Kamperen moet je leren

 

Alles went, behalve een tent. Als dat voor iemand geldt, dan is dat wel voor mij…

 

Ik haat kamperen. Zo, die zit. Misschien vloeken in de kerk, maar ik ben er niet van. Van het idee alleen al om twee weken op de grond te slapen krijg ik vlekken in mijn nek. Dat getut met een gasstelletje om te koken. En daarna die vieze vaat in een teiltje mee te slepen naar een beschikbare gootsteen. Mwah… laat maar…

 

Ik heb het heus geprobeerd hoor. Mijn meneer is een enorme fan en zorgde ervoor dat het me werkelijk aan niets ontbrak tijdens mijn eerste en hopelijk enige kampeeravontuur in Zuid-Frankrijk.

 

Ik lag in Narbonne-Plage op de Camping Municipal als een prinses op de erwt op een dubbeldik matras onder een veren dekbed. We hadden een vierpersoonstent en dus alle ruimte met z’n tweeën. Maar nee. Er is weinig chemie tussen mij en kamperen.

 

Maar daar gaat deze zomer misschien wel verandering in komen. Want nu we niet met z’n allen naar het buitenland op vakantie kunnen zou ik mijn bezwaar zomaar overboord kunnen gooien. Want kamperen mogen we, als we het virus onder controle houden, per 1 juli weer wel. En dat opent wellicht deuren die normaal gesproken hermetisch gesloten blijven.

 

Ik zie de mooiste Nederlandse campings op internet voorbijkomen. Van alle gemakken voorzien. Iemand nog tips? Die mag je me zeker doorgeven. Misschien krijg je mij wel zo gek dat ik het nog eens ga proberen. Dat ik het zelfs leuk ga vinden. Want misschien moet ik het gewoon nog even leren, dat kamperen.

 

Zomaar op vakantie in eigen land, met mijn vent in een tent. De wonderen zijn de wereld nog niet uit…

 

Door: Irene Smit

Irene is redacteur bij Franska.nl. Met haar man, twee pubers en een teckel woont ze in Haarlem. Ze zou graag willen zingen als Ella Fitzgerald en koken als Nigella Lawson. Tot het zover is, blijft ze lekker schrijven over allerlei zaken die haar verbazen.

Afbeelding van Irene Smit