‘Ik weet niet wat ik tegen het pesten moet doen’

 

De dochter van Jasmin wordt op haar middelbare school gepest. Dat is al jaren zo, en inmiddels weet Jasmin niet meer wat ze ertegen moet doen en raakt haar dochter steeds meer in zichzelf gekeerd.

 

‘Mijn dochter Maya is altijd al een verlegen meisje geweest. In elk geval op school en buitenshuis — thuis kletste ze de oren van onze kop. Ze is het enige kind van mij en mijn man Robbert, dus ze is echt ons oogappeltje. Een broertje of zusje heeft ze nooit echt gemist, of tenminste: dat idee hebben wij. Maar misschien zou het achteraf gezien beter voor haar geweest zijn als ze wel een broer of zus had gehad.

 

Want ze heeft nooit voor zichzelf durven opkomen. Op de basisschool was dat al zo. Maya was leergierig, had wel een handvol vriendinnetjes maar was ook erg gereserveerd. Wij zagen drie of vier vriendinnetjes wel vaker, maar natuurlijk viel het ons ook wel op dat haar vriendenkring niet zo groot was. Partijtjes of feestjes had ze nooit. Toen een van haar vriendinnetjes jarig was en ze ook niet op dat partijtje werd uitgenodigd, hebben we gevraagd wat er aan de hand was.

 

Haar vriendinnetjes schaamden zich voor haar, zei ze toen. En echt… mijn hart brak. Toen pas kwam eruit dat er een reden was dat ze niet zoveel vriendinnetjes heeft: er waren drie populaire kinderen die haar nogal plaagden. Dat ze altijd maar aan het leren was, en om haar bril. Heel kinderachtige dingen, maar die komen natuurlijk hard aan bij kinderen. Ik voelde me zó stom dat ik nooit eerder aan de bel had getrokken.

 

Op de basisschool waren het kleine pesterijtjes, maar ik zag hoe erg Maya daarmee zat. Van school ruilen wilde ze niet. Mijn man en ik zijn vaak met de juf wezen praten, en die zei keer op keer dat ze er beter op zou gaan letten. Maar toen zij eenmaal in de klas benoemd had dat de ouders van Maya waren komen klagen, was het hek helemaal van de dam. Woest was Maya, want wij zouden haar daarmee voor schut hebben gezet. Ze wilde dat we ons helemaal nergens meer mee bemoeiden.

 

Toen ze naar de middelbare school ging hoopten wij (en zij zelf ook) op een frisse, nieuwe start. En in de brugklas leek het ook die kant op te gaan. Maar het kwaad was denk ik al geschied op de basisschool. Waar ze thuis zo gezellig was, en volledig zichzelf, klapte ze op school helemaal dicht. Toen ze het brugklaskamp ook nog eens moest missen omdat een neefje van haar onverwacht kwam te overlijden viel ze helemaal buiten de boot. Zij was daar — begrijpelijk — heel erg verdrietig om, en ze had ook hét evenement van het jaar gemist.

 

Ze zit nu in de tweede en heeft eigenlijk nauwelijks vriendinnen op school. Ze zit op volleybal en daar spreekt ze wel soms wat meisjes van, via WhatsApp of Instagram, maar dat is vooral online contact. Corona heeft het natuurlijk ook niet echt makkelijker gemaakt om live af te spreken. Maar doordat ze veel thuis was, hebben we er wel veel over gepraat. En wat er toen uit kwam, daar schrokken Robbert en ik heel erg van.

 

‘Ik ben toch lelijk en niets waard’, zei ze stellig. Hoe ze daar in godsnaam bij kwam, wilden we weten. Dat bleek rond te gaan op school. Er gingen de wildste verhalen rond waarom zij als enige het brugklaskamp had gemist. ‘Ze zeggen dat ik niet ben gegaan omdat toch niemand me aardig vindt of met me op de kamer wilde’, vertelde Maya met tranen in haar ogen. Ze wil absoluut niet dat we met de docenten gaan praten, maar ik zie mijn dochter steeds eenzamer en ongelukkiger worden. Wat moet ik doen om dat vrolijke meisje terug te krijgen?’