‘Ze ging uit huis, op haar achttiende. En dat voelde als het juiste moment. Lekker haar eigen ding doen, zelf op pad, wonen in Delft. Ik gunde het haar enorm. En nu? Nu is ze eind twintig en woont ze weer thuis, bij ons. Het valt me stiekem zwaar. Pittiger dan ik dacht, misschien. En dat kun je eigenlijk met niemand echt delen, want het gaat wel over je kind…
Het is niet zo dat ik het niet gezellig vind met mijn dochter om mij heen. Natuurlijk hou ik van haar en is het ook fijn. Maar het wel anders dan we in ons hoofd hadden. Nu zijn het onze jaren, vinden wij. Ook om weer van elkaar en de rust te genieten. We hebben drie kinderen opgevoed en ze zijn allemaal volwassen. Het is best wennen om dan opeens weer iemand in je huis te hebben, zeker omdat ze een tijd niet thuis heeft gewoond. We zijn ons eigen ritme gewend en opeens is er dan weer iemand in je huis, altijd. Ze heeft ook zoveel kleding en was en spullen… Dat is best even slikken. En soms is het gewoon vermoeiend, want dan wil ik ook even alleen zijn of een boek lezen. En dan begint ze weer te kletsen.
Hoi mama, daar ben ik weer
Haar relatie strandde en zoals je wel vaker hoort, gaf dat vervelende consequenties met zich mee. Haar partner hield de woning en mijn meid stond op straat. Wat doe je dan als moeder? Natuurlijk mag ze hier weer in haar oude kamer wonen, tijdelijk. En nee, ze hoeft geen kostgeld of wat dan ook te betalen. Onzin. Als ze eens per week kookt voor ons vinden we dat allang best. We hopen alleen stiekem dat het niet al te lang duurt. Ze heeft het ook nodig voor haar eigen geluk om weer iets voor zichzelf te hebben. Ze moet weer lekker haar dingen kunnen doen en niet vastzitten aan haar vader en moeder. Nu hangt ze best veel aan ons, en dat vind ik zo zonde voor haar. Als je eind twintig bent, dan moet je dat toch niet willen? Dan moet je toch lekker leven en losgaan? En dan zit ze hier op vrijdagavond met mijn man een wijntje te drinken.
Ergens is het ook mooi, dat ze zich hier zo veilig en thuis voelt. Ze mag hier ook altijd weer zijn. Maar haar broers zijn wel een stuk zelfstandiger en hebben zelf een huis gekocht. Mijn dochter is altijd al van het vrije leven geweest: niet sparen, niet te veel nadenken over serieuze dingen. Ze doet waar ze zin in heeft en dan kun je inderdaad niet zomaar een eigen huis kopen. Hoe langer het gaat duren, hoe lastiger het voor mij wordt. Want ik wil gewoon mijn huis voor onszelf. Mijn man en ik zijn toe aan stilte en lekker onze gang gaan. Nu let ik toch steeds weer op, zeg maar. Ik kan niet in mijn blootje door de gang wandelen, bij wijze van.
Mijn dochter voelt zich hier fijn en dat is heel wat waard. Natuurlijk mag ik ook niet zeuren omdat sommige mensen zouden willen dat hun kind weer wat dichterbij komt. Zo heeft mijn vriendin ook een dochter en die is helemaal naar Australië verhuisd. Zie je je kind opeens maar eens in de twee jaar, als je geluk hebt. Nee, dan weet ik dat niet mag klagen. Maar toch, heel af en toe, kan ik best zuchten. De situatie is gewoon niet ideaal. Ze is volwassen, ze moet zich ook volwassen gedragen en haar eigen leven leiden. Nu lijkt ze wel weer zestien jaar.’