Dubbel genieten van de helft

 

Omdat mijn BMI aangaf dat ik niet deugde, en omdat de kledingindustrie me (met bordjes naar de grote-maten-afdeling) wijsmaakte dat ik niet tot de gemiddelde vrouwen behoorde, moest ik van mezelf vijf kilo afvallen. 

 

 

 

 

Maar ja… eerst had ik steeds restjes over van feestjes, en weggooien is zonde. En daarna was ik steeds aan het bijkomen van behandelingen, ingrepen of uitslagen, en dat uit zich bij mij dan graag in onder een dekentje kruipen met thee, mergpijpjes, chips, of biscuitjes. En omdat ik nogal wat te verwerken had, waren dat dus heel veel mergpijpjes, chips en biscuitjes, en het gevolg laat zich raden: nu moet er eigenlijk méér dan vijf kilo af. 

 

Maar met ingang van vandaag ga ik weer langzaam aan het werk én weer aan de lijn. 

 

Denk ik… 

 

Gedurende de dag ben ik dan meestal wel stoer en neem ik niets tot mij dat ongezond is. Ik eet ’s morgens netjes wat yoghurt met fruit en mijn medicijnen en ’s middags twee boterhammetjes met 20+ kaas, en tomaat, komkommer en medicijnen. ’s Avonds eet ik veel groente en wat vis of een vleesvervanger, weer wat medicijnen en een gezonde portie aardappelen erbij.  

 

Of twee porties. Dat gebeurt ook weleens. Dus daar begint het eigenlijk al.

 

Daarna ga ik nog een avondwandeling maken en vervolgens trek ik een hangbroek aan en ga ik in een fijne stoel zitten. Ik gooi mijn benen op een poefje, trek een heerlijk zacht dekentje over me heen en lees een boek of kijk wat tv. 

 

Maar dan… 

 

Dan denk ik: Pfff, wat heb ik hard gewerkt vandaag. Ik heb wel een beloning verdiend. En dan ben ik ook nog eens een troost-eter. Als ik verdrietig ben, of moe, boos of bang. Als ik pijn heb of de pest in. Of als ik gewoon trek krijg omdat ik iemand op tv zie eten, of in een boek lees dat iemand iets lekkers neemt, of gewoon omdat ik even blij ben; er is eigenlijk altijd wel íets dat mij een goede reden geeft om wat lekkers te pakken in de avonduren. 

 

En toen hoorde ik Tineke de Nooy vertellen dat zwachtelen zou helpen om af te vallen. Even heb ik dat nog overwogen, maar eigenlijk dacht ik al snel: Daaaggggg Tinus. Je mond zwachtelen helpt misschien. Maar verder lijkt me dat weer het zoveelste onzinverhaal.

 

Je moet gewoon minder eten en meer bewegen. En vanaf morgen ga ik dat ook doen, denk ik dan ‘s avonds. En de volgende ochtend kijk ik in de agenda, en wat zie ik dan? Vanmiddag een verjaardag! En volgende week een etentje bij iemand die ik nog zou helpen met het schrijven van een kookboek. Hè jakkes, dan moet ik dat eten toch echt proeven om te weten waarover ik schrijf. Toch?

 

Volgende week dan maar beginnen? 

 

O, nee. Dan geef ik een etentje voor vrienden die me de afgelopen tijd hebben bijgestaan.  

 

Nou ja, je ziet het, het wordt waarschijnlijk weer niks. En eigenlijk vraag ik me ook af of dat nou zo erg is… 

 

Is genieten niet veel gezonder dan van alles moeten? We hebben het hier echt niet over 100 kilo te veel, maar over een stuk zes, zeven.  

 

Dus weet je wat? Laat ik eerst eens gaan proberen om vanaf nu dubbel te genieten van nog maar halve porties! Zoals ik nu ook dubbel geniet van weer halve dagen werken.

 

Jaaaaa, dat ga ik proberen! Dubbel genieten van de helft! Dat moet op den duur meer opleveren dan jezelf straffen of ergens toe dwingen.

 

En néé, lieve klanten, ik ga niet dubbel genieten van de helft van mijn gage. Dus dat hoeven jullie níet voor te stellen.  

 

 

Door: Tineke

Tineke is schrijfster van de boeken “Toch?” en “Stof Genoeg” en ze blogt ook zo nu en dan. Ze woont op het platteland met één (leuke) man, twee (lieve) kinderen, drie (onbespeelde) muziekinstrumenten, vier (wisselende) mantelzorgprojecten, een (bijna) vijfde boek, haar zesde (luie) kat, en (dus) ongeveer zeven muizen.

Afbeelding van Tineke