De taken ‘eerlijk’ verdelen

 

Ik heb het, sinds wij samen thuiswerken, nogal druk. Juist omdát manlief nu thuis moet werken, heb ík er wat taken bijgekregen

 

Denk aan het toiletverfrissen. Iets wat ik eigenlijk altijd al doe, maar wat nu nog iets vaker gedaan moet worden. Denk aan de etensresten op het aanrecht na het smeren van broodjes (en néé… zover ga ik niet… die smeert hij gelukkig zelf). Denk aan leesvoer dat nu overal verspreid ligt, aan de troep die hij bij elk rondje ‘uitwaaien’ steevast onder zijn schoenen mee naar binnen loopt, de extra boodschappen omdat koekjes nu de traktaties van collega’s moeten vervangen en de bende die hij achterlaat nu hij zijn oude hobby (pistachenootjes eten) weer heeft opgepakt.

 

Bedankt werkgever!

 

En híj krijgt bloemen thuisbezorgd, hè. Ik niet!

 

Nou, ik werk al jaren vanuit huis, maar bloemen: ho maar! En toen ik van de week dus doorkreeg dat dit niet meer tijdelijk was, heb ik toch maar even ingegrepen. Hij heeft best wel vaak aangeboden om te helpen met het huishouden, maar op de een of andere manier sluipt het er bij ons toch steeds weer in dat ik het meeste werk verricht. Ik schrijf tot mijn opdrachten allemaal de deur uit zijn, ik werk nog wat aan mijn nieuwe boek en daarna doe ik huishoudelijke klussen tot ik ga koken.

 

En hij zet echt wel heel traditioneel de vuilnisbak buiten hoor. Als hij dat niet vergeet. En hij loopt af en toe ook al naar de glasbak met de resten van zijn Skypeborrel met collega’s. Maar daar houdt het wel zo’n beetje op.

 

En daarom doe ik vanaf deze week nog maar 1x in de week boodschappen en doet hij de andere keer. Stap één!

 

Op die manier kom ik zo min mogelijk in winkels waar ook mensen lopen die denken dat het virus niet meer bestaat. Ikzelf ga er nog steeds vanuit dat we het onder controle proberen te houden tot er een vaccin is, maar niet iedereen lijkt het daarin met me eens te zijn. En dat mág. Ik houd die anderhalve meter dan zelf wel in acht. Maar ik mijd drukke plekken, totdat ik meneer Rutte hoor zeggen dat het weer veilig is.

 

‘Ik kan niet ademen’, riepen al die mensen op de IC voordat ze stierven. En onlangs zag ik een demonstratie op de Dam, waarbij mensen dat heel even uit het oog verloren. Ik moet er niet aan denken dat er naar aanleiding van dat protest nu nóg meer mensen de verstikkingsdood tegemoet gaan, maar laten we maar hopen dat ik er hartstikke naast zit. Dat ik me aanstel door me aan de opgelegde beperkingen te houden, maar ondertussen doe ik evengoed maar gewoon wat me gevraagd wordt.

 

Plus dat ik dus manlief vraag om even iets vaker zijn handjes te laten wapperen! Raar sprongetje terug naar huishoudelijk werk, maar dat is waar ik het eigenlijk over wilde hebben.

 

‘Kun jij straks even…’, begon ik dus deze week.

 

Maar, nee! Hij stond op het punt om de auto door de wasstraat te gaan halen.

 

‘Oké, oké… Kun je dan morgen even…’

 

Maar helaas… Morgen moest hij een vriend wegbrengen wiens motorfiets moest worden gerepareerd. En, o, ja! Daarna zou er een tuinman langskomen om een offerte op te maken voor de boom die doodgaat en die een gevaar begint te vormen voor onze buren. Die moet dus worden weggehaald, maar dat kunnen wij niet zelf.

 

Verdacht veel zaken die gedaan moesten worden, maar dan wel door een ander, hè??!!??
 

Of ik dus even kon wachten met de taken die ik voor hem had bedacht in het huishouden?

 

Túúrlijk!

 

En ondertussen haal ik wel even de vloer door de stofzuigerstraat en breng ik de was nog even naar de droogmolen.

 

Je weet nooit…

 

Door: Tineke

Tineke is schrijfster van de boeken “Toch?” en “Stof Genoeg” en ze blogt ook zo nu en dan. Ze woont op het platteland met één (leuke) man, twee (lieve) kinderen, drie (onbespeelde) muziekinstrumenten, vier (wisselende) mantelzorgprojecten, een (bijna) vijfde boek, haar zesde (luie) kat, en (dus) ongeveer zeven muizen.

Afbeelding van Tineke