Doe’s lief!

marianne

 

Het is misschien raar om te zeggen. Maar ik ben dus dol op “oude” mensen.

 

 

 

Ik zet het tussen aanhalingstekens, want wat is oud? Ik heb mensen in mijn vriendenkring van dik in de zeventig of zelfs tachtig die meer energie en levenslust uitstralen dan menig veertiger in diezelfde vriendenkring.

 

Met oude of oudere mensen bedoel ik mensen met levenswijsheid. Ze maken zich niet zo druk. Niet om hun uiterlijk, status of wat mensen van hen zouden kunnen vinden. Ze hebben al zoveel meegemaakt dat ze vol zitten met rijke verhalen.

 

Als jonger meisje luisterde ik daar al graag naar

Eerst naar de verhalen van oooomaaaaa (ze komt uut Twente) en later naar de verhalen van andere oma’s die ik tijdens mijn thuiszorgwerk ontmoette. Het hele huis was dan al gestoft, de badkamer was eigenlijk niet nodig en door de keuken had haar man net gisteren een doekje gehaald. Of ik even wilde stofzuigen.

 

Zodra ik daar klaar mee was werd ik op de bank gezet en kreeg ik een lekker ouderwets doorloopbakkie koffie met een stukje taart. En dan kwamen de fotoboeken tevoorschijn en de oude verhalen. Heerlijk vond ik dat.

 

Ik kijk ook altijd om me heen of ik mensen toevallig kan helpen

De vrouw in de supermarkt die haar rollator niet durft los te laten en daarom net niet bij de bovenste plank komt. Of de man die het op een zeer druk kruispunt overduidelijk spannend vindt om over te steken. Opstaan in de bus als een dame op leeftijd binnenstapt en alle stoelen bezet zijn. Voor mij de normaalste zaak van de wereld. We moeten elkaar een beetje helpen. Ik doe dat met en uit liefde.

 

Zo stond ik laatst te tanken. Voor mij stond een ouder echtpaar enorm te tobben voor de automatische pin-terminal. Na vijf minuten geklungel en wanhopige blikken dacht ik: ach, misschien kan ik ze wel even uitleggen hoe het werkt.

 

Dus ik wandel naar ze toe en vraag vriendelijk of alles lukt

De oudere vrouw draait zich met een ruk om. Haar ogen spuwen vuur. ‘Wat denk jij nou dan, natuurlijk lukt dit?!’ Verbaasd deins ik terug. Ook de man kijkt me boos aan. Alsof ik zojuist het meest oneerbare voorstel ooit heb gedaan, in plaats van kalm en vriendelijk mijn hulp aanbieden.

 

Ik kan heel lief zijn, maar ook heel vurig. Het liefst sneer ik iets terug in de zin van krijg het zuur… Maar ik ben te netjes opgevoed om zoiets tegen oudere mensen te zeggen. Dus taai ik af, iets mompelend in de zin van nou dan niet hoor…

 

Je hoort altijd ‘de jeugd van tegenwoordig’

Ik zou hier tegenover willen zetten ‘de oudjes van tegenwoordig’. Nee, flauw natuurlijk. Dit voorval zette me aan het denken: voelen ouderen zich dan zo onveilig tegenwoordig dat ze de hulp van een blonde dame in yogatenue niet durven aanvaarden?

 

Of heb ik ze gewoon zwaar beledigd met insinueren dat ze vanwege hun leeftijd eventueel hulp nodig hadden? Ik weet het niet. Ik weet wel dat ik echt even van slag was en over een drempeltje moest om in een andere situatie opnieuw mijn hulp aan te bieden.

 

Door: Marianne ter Mors