Dick BensTop

 

Misschien ligt het aan mijn opvoeding of aan mijn een tikje naïeve benadering van de wereld, maar als iemand op een belangrijke post zit, ga ik ervanuit dat-ie bekwaam is.

 

 

 

Om hoofdredacteur van Marie Claire te worden werd ik twee maanden op alle fronten door de mangel gehaald, schreef ik beleidsplannen en moest ik binnen 24 uur een presentatie paraat hebben over het detailhandelklimaat in Nederland. Dat had inderdaad vrij weinig met het baantje van doen, maar ze wilden gewoon weten of ik op commando de juiste danspasjes uit de mouw kon schudden.

 

Afijn.

 

Daarom dacht ik altijd dat Dick Benschop daar niet zomaar zit, als baas van Schiphol. Ik weet niet wie van jullie ooit heeft geprobeerd om stewardess te worden (gewoon voor de leuk na je afstuderen), maar dat proces is al stevig met psychologische testen, groepsspellen (de stad bouwen waarbij je nooit als eerste moest beginnen want dan toonde je weer te veel leiderschap en was je niet geschikt als teamplayer, weet je nog?) en gesprekken voeren met vrouwen die een streep als bovenlip hadden, zo streng waren ze.

 

Ik werd bijvoorbeeld afgewezen (nog steeds een pijnpuntje, je hoort het) omdat ik twee plukjes haar los had gedrapeerd en geen strakke staart had ingedaan. Mijn repliek dat ik die plukjes in twee seconden in de staart had verwerkt wuifden ze weg. Ik had ook een ontoegankelijk gezicht. ‘Kijk naar jezelf’ heb ik net op tijd ingeslikt, maar ik dacht het enorm.

 

Afijn.

 

Als je om hoofdredacteur van een tijdschrift of stewardess te worden al van alle kanten wordt bekeken of je geschikt bent, dan moet de baas van Schiphol een soort supermens zijn. Hart voor de zaak, iemand die de luchthaven ademt. Ik denk aan de luchthavenversie van meester Ad, de directeur van onze basisschool. Elke ochtend staat hij bij het hek van de school. Beetje praten met de mensen, beetje bijsturen, een bakfiets van het plein dirigeren en een kind dat weer te laat is diep in de ogen kijken. Op de werkplek zijn.

 

Dat verwacht je ook van Dick Benschop. Helemaal als de nood hoog is. Hij loopt als een leider over de luchthaven, kiepert zelf wat koffers in een kist, loopt langs de wachtrij om de mensen een beetje uit te leggen waar het probleem zit en vraagt ze nog even vol te houden. Misschien deel je wat flesjes water uit. Gewoon, laten zien dat het je raakt. Maar waar was Dick Benschop? Op zijn bootje. Met zijn hondje.

 

Of op een internationaal congresje waar misschien werd gesproken over de vraag hoe we een nog grotere doorvoerluchthaven kunnen worden. Want dat zijn we dus: een tussenstation. Zoals mijn vriendin Daniëlle die in Amstelveen woont zegt: ‘Ik heb de hele dag vliegtuigen boven mijn huis, maar de kans dat ik er zelf in zal zitten is vrijwel nihil.’ Wie had bedacht dat dit een goed idee was? Slecht voor het milieu en slecht voor ons, want wij kunnen niet weg. Ah, ik hoor meneer Benschop al zeggen dat het wél goed was voor de omzet. En had u dat geld dan niet kunnen gebruiken om uw personeel een beetje fatsoenlijk te betalen?

 

Een paar weken geleden kreeg het personeel van Schiphol er €5,25 per uur bij. En ook: gratis parkeren en water, koffie en thee wanneer je wilde. Dat betekent dus dat dat er nog niet was. En er kwam ook nog een PS’je: dat die €5,25 tot september geldt. Daarna wordt de toeslag weer €1,40. Koekkoek.

 

Meneer Dick Benschop, slaapt u lekker? Doet u zichzelf en de rest van het land een groot plezier: stop. Ga op dat bootje, knuffel uw hondje, maar zorg ervoor dat Schiphol weer onze trots wordt in plaats van onze schande.

 

Beeld: Schiphol

 

 

 

Door: May-Britt Mobach

Afbeelding van May-Britt Mobach