Jaren geleden stond ik eens langs de Amstel, ergens ter hoogte van Carré, een meerkoet te observeren die druk was met het bouwen van haar nest. Het moet ongeveer in dezelfde tijd van het jaar zijn geweest als nu – het moment dat de winter zich gewonnen geeft om ruim baan te maken voor het voorjaar. De vogel had de helft van een superisolerende McDonald’s-hamburgerbox gebruikt als basis voor haar kraamkamer. Op het omgekeerde deksel maakte ze keurige stapeltjes van zacht plantenmateriaal. Hoe slim was dat? Verwonderd bedacht ik hoe makkelijk die diertjes zich blijkbaar aan hun leefomgeving aanpassen. Een meerkoet in de polder was immers wel even in de weer met het bouwen van een vergelijkbaar fundament.
Van de week las ik in NRC dat er in een Amsterdams meerkoetennest plastic is gevonden van meer dan dertig jaar oud. Het zou toch niet?
Bovenin: snoeppapiertjes uit 2022. Daaronder: veertien mondkapjes uit de covidtijd. Middenin: junkfoodverpakkingen van rond de eeuwwisseling. En helemaal onderop: een Mars-wikkel met het logo van de World Cup voetbal van 1994. Deze opsomming is slechts een klein gedeelte van de 635 niet-natuurlijke materialen die in dit meerkoetennest werden aangetroffen. 32 plastic snippers in dit nest waren dateerbaar dankzij hun houdbaarheidsdatum en documenteerden daarmee zo’n dertig jaar Amsterdamse geschiedenis, schreven biologen van Naturalis Biodiversity Center eind februari.
Bioloog Auke-Florian Hiemstra, promovendus bij Naturalis en de Universiteit Leiden, schrijft een proefschrift over hoe dieren bouwen met door mensen gemaakte materialen. Dit nest verzamelde hij in de gracht van het Amsterdamse Rokin. Het was gebouwd op een afgedankte steigerpaal die net boven het water uitsteekt. En blijkbaar was het nest al ruim dertig jaar in gebruik. Omdat meerkoeten zelden ouder dan tien jaar worden, moest het al een aantal generaties dienst doen.
Het plastic geeft de meerkoeten een evolutionair voordeel, volgens Hiemstra. Door de houdbaarheid van een nest dat met ons afval in elkaar geknutseld is, hoeft er niet elk jaar opnieuw gebouwd te worden en daardoor houden de vogels meer tijd over die kan worden ingevuld met het zoeken naar voedsel of gewoon een potje lanterfanten. Zonder al die kunstmatige materialen zouden er bovendien helemaal niet zoveel watervogels in de grachten kunnen broeden, omdat er nauwelijks planten in de gracht groeien – het natuurlijke nestmateriaal bij uitstek. Nergens groeit riet, overal zijn harde, loodrechte oevers.
Terwijl wij die hamburgerbox weggooien zodra we klaar met eten zijn, is die voor een meerkoet waardevol bouwmateriaal dat wordt gekoesterd zodat het jaren aan een stuk mee kan. Daar zouden wij mensen nog iets van kunnen leren, toch?
Bron: NRC