Onze columnist opereert undercover en ontfutselt mannen de échte waarheid over het daten. Deze week vertelt René over zijn date die alsmaar grappig wilde zijn. Maar hoe wilde hij zelf eigenlijk overkomen?  

 

Ze had overal een grappig antwoord op. Dus toen ik vroeg hoe het met haar loopbaan ging, antwoorde ze: ‘Geweldig! Ik loop elke dag een half uurtje.’ En daar moest ik erg om lachen.

 

Maar toen ik aangaf dat ik wilde dat mijn eventuele partner stevig in de schoenen zou staan, zei ze dat ze al vrij stevig was, maar dat ze zou zorgen dat ze niet nóg meer zou afvallen.

 

‘Nee, maar ik bedoel dat ik graag zie dat mensen groeien’, legde ik uit.

 

‘Nou, kom maar door met die taart dan’, was het antwoord natuurlijk. En na een half uurtje lachen word je daar eigenlijk doodziek van.

 

Je wilt elkaar toch een klein beetje leren kennen op zo’n date? Dus toen ik wilde weten wat haar favoriete popgroep was, antwoorde ze weer dat ze al die verbouwde “poppen” niet meer uit elkaar kon houden. Dat ze dus geen enkel onderscheid kon maken en daarom ook maar geen voorkeur meer had. En toen ik wilde weten hoe ze aankeek tegen elkaar naaktfoto’s en -filmpjes sturen, antwoorde ze dat ze zich nergens voor schaamde. Maar dat ze wel altijd in een incognito-venster naar Tena Lady zocht.

 

En op een gegeven moment weet je het dan echt niet meer. Je kunt niet alles grappig maken, want dan weet je op het laatst totaal niet meer wat je aan elkaar hebt.

 

Ze corrigeerde ook alles! Toen ze zei dat ze vrij stevig was, vroeg ik haar welke maat ze dan had.

 

‘Welke maat ik héb?’ corrigeerde ze meteen. ‘Of wil je weten welke maat ik dráág! Ik vind wijde kleding heel erg lekker zitten, maar ik constateer dat je bij jou juist alles ziet zitten. Jij draagt dus liever strakke kleding. Maar ben jij nu slanker dan ik, omdat je een kleinere maat draagt?’

 

Pffff… op mijn woorden letten dus.

 

‘Ik moet bij jou wel erg op mijn tenen lopen, denk ik?’ lichtte ik mijn verontrusting gelijk maar toe.

 

‘Och, nee hoor schat. Je bent niet zo veel kleiner dan ik, en wie op zijn tenen loopt moet plassen’, was haar antwoord weer. Je loopt er echt niet sneller door, dus wat mij betreft doen we normaal en zetten we ook gewoon onze hakken in het zand. Hahahaha.’

 

Ze moest er zelf hard om lachen, maar mij begon het toen al echt te storen.

 

‘Het wordt met jou geen rimpelloos leven, hè?!’ gokte ik.

 

Waarop mij natuurlijk werd uitgelegd dat rimpelloos leven alleen met fillers en filters kon, maar dat de filters van sigaretten nou juist weer het tegenovergestelde veroorzaakten.

 

En toen had ik het wel een beetje gehad.

 

Dus toen ze me vroeg of we nog een keer konden afspreken, pakte ik demonstratief mijn agenda erbij en schudde bij elk voorstel mijn hoofd: ‘Nee, helaas.’

 

Ik deed maar net of ik het heel erg druk had en geen enkele kans zag voor een herhaalafspraak.

 

Maar ze kon op zijn kop lezen, denk ik.

 

Want ineens vroeg ze: ‘Waarom ga je tante Trui oplichten?’

 

‘Huh?’ vroeg ik, ‘waar haal je dat nou weer vandaan? Ik heb helemaal geen tante Trui!’

 

‘O, sorry,’ antwoordde ze toen, ‘ik las “Trui naaien” in je agenda. Maar het leek me niet dat iemand die nog groeit en stevig in zijn schoenen staat, het naaien van een gaatje in zijn trui moest agenderen. Toch?’

 

En die vond ik dan wel weer raak.

 

Waarom had ik dat eigenlijk in mijn agenda gezet? Om druk te lijken, ofzo?

 

 

René’s naam is vanwege privacy gefingeerd.
Zijn echte naam is bekend bij de redactie.