Dat wat de kranten NIET haalt

 

Het is feest! Ik ben niet jarig, heb geen loterij gewonnen en geen bestseller geschreven, maar toch schijnt hier de zon. Ik heb namelijk Adeline gesproken.

 

 

Ja, dat klinkt misschien gek, maar door al dat thuiswerken spreken wij bij Franska elkaar nu heel erg weinig. In het begin van de pandemie stuurden we elkaar grapjes, en overlegden we alles via WhatsApp of beeldscherm. We mailden alles wat de ander kon helpen het werk goed te doen aan elkaar door, en baalden telefonisch wat af met elkaar. Maar langzaam wordt dat dan toch weer minder. Dan weet je wel dat die ander thuis ook zit te balen, maar dat we evengoed door moeten. En dan heb je het er maar niet meer over.

 

Je weet wat een megaklus het is om een magazine te maken, en als zoiets dan niet op de redactie kan dan weet je dat het bijna onmogelijk is. Op de redactievloer loop je even bij elkaar langs voor overleg. Doe je inspiratie op door met elkaar te sparren en de slappe lach te hebben. Speel je leuke onderwerpen door, geeft de hoofdredacteur aan welke kant we op gaan, zijn er fotoshoots met leuke kleding en lunches, borrels en proeverijen met lekkere dingen waarvan de recepten verklapt gaan worden aan de lezers. En dat is nu dus al een jaar niet het geval.

 

Je zit dus thuis wat te dubben waar je nog over kunt schrijven, want elke dag is voor iedereen hetzelfde. En als je dan (zoals ik deed) baalt van een van je rubrieken, dan is er niemand om tegenaan te mopperen. Niemand die je even geruststelt of weer de andere kant op laten denken. Die je een andere invalshoek biedt of op een nieuw spoor zet. En dus blijf je thuis maar modderen met je rubriekje waarvoor je de hele dag dat stomme nieuws moet bijhouden. Het nieuws dat dag na dag hetzelfde is, en dat ook de lezers allang niet meer boeit.

 

Ik was zó aan het worstelen met al die kranten. Ik werd zo vreselijk triest van elke dag weer oorlog of een uit de hand gelopen demonstratie. Van (alweer) meer besmettingen en meer boze mensen. Elke dag weer iemand die de boel bleek te hebben opgelicht, opgeblazen of verdraaid. Echt… ik háátte het nieuws.

 

En dan hoefde ik voor Franska.nl alleen maar te zoeken naar grappige berichten. Maar de media zijn zó gefixeerd op ellende dat grappige zaken worden weggestopt in nauwelijks te vinden hoekjes. Er is toch niemand die het leest, denken ze vaak. Rollende koppen en lynchpartijen zijn veel interessanter.

 

Ik werd dus langzaam een beetje depressief door het werk dat ik eerst zo leuk vond. Tot tranen toe zat ik hier elke dag de kranten door te worstelen, op zoek naar iets leuks in die nauwelijks te vinden hoekjes. Maar het enige wat het me opleverde was dat ik het vertrouwen in de mensheid begon te verliezen. Dat ik steeds banger werd voor de toekomst.

 

Want hoe moet dat nou als straks de mensen met de grootste bek en de meeste maling aan regels en verzoeken gaan winnen? In wat voor wereld leven we dan? Als mensen die altijd netjes vooraan in de kerk zitten buiten dat gebouw journalisten gaan molesteren? In wie en wat kan ik dan nog geloven?

 

En net toen ik dus besloot dat bidden ook geen zin meer had, vond ik de moed om Adeline te bellen. Om toe te geven dat ik het echt niet meer aankon. En ik zat dus helemaal klaar voor het einde van mijn nieuwsrubriek met een linkje naar de krant, toen Adeline zei: ‘Och lieverd, dan laat je dat linkje voorlopig toch even weg. Kijken we gewoon wat daaruit ontstaat.’ Zo simpel!

 

En daarom is het hier nu feest. Gewoon eerlijk zijn, dat werkt nog steeds het beste!

 

Maar ja… dat haalt de kranten weer niet. Jammer hoor.

 

Door: Tineke

Tineke is schrijfster van de boeken “Toch?” en “Stof Genoeg” en ze blogt ook zo nu en dan. Ze woont op het platteland met één (leuke) man, twee (lieve) kinderen, drie (onbespeelde) muziekinstrumenten, vier (wisselende) mantelzorgprojecten, een (bijna) vijfde boek, haar zesde (luie) kat, en (dus) ongeveer zeven muizen.

Afbeelding van Tineke