Dat het goed gaat. Met Flo. 

Misschien wel te goed. Dat ze uitdaging moet blijven houden. Geliefde en ik zijn uitgenodigd voor een evaluatiegesprek op De Wollewei. 

 

Hij knijpt zachtjes in mijn bovenbeen. Zijn bovenbeenknijpjes hebben vele betekenis. Die keer toen tijdens een première van Albert Verlinde vertelde het: ik laat je niet meer los. Nooit meer. Andere keren betekende het: ik ben bij je. Of: we redden het. En ook: het komt goed. Hoe dan ook. Nu klonk het kneepje trots. Die Flo. Onze Flo. 

 

Ik adem rustig uit. Goed. Het gaat goed. Maar, ik voel een maar. En die is er ook. Het idee is dat er een aparte klas wordt gevormd. Vier kinderen die een beetje aan hun plafond zitten, zullen een  nieuwe groep worden. Tot zover geen slecht nieuws. Het zijn de kinderen waar ze dol op is. En de moeders waar ik me veilig bij voel. Met wie we lachen. Elke dag weer. Al is het niet altijd leuk. We hebben besloten te lachen. En wij begrijpen elkaar met een blik. 

 

Ook gaat haar vaste begeleidster mee op wie zij, en ook wij, zo dol is. Waarom is mijn ademhaling dan zo hoog. “Er is een ding…”, klinkt het. Zie je wel. Ik wist het. 

 

Op deze locatie is geen ruimte meer. De kinderen worden dus verplaatst. Er valt een stilte. Naar haar oude school.

 

Ai. De plek waar ze zo ongelukkig is geweest. Waar ze op deuren bonkte. Waar ze de juf schopte. Waar ze weken met een kratje met boekjes de tijd doodde. Totdat ze overdag besloot in slaap te vallen. Alles om daar maar niet te hoeven zijn. Hoe gaat ze dat vinden? Ik geloof dat ik ril.

 

Dat haar groep een eigen lokaal krijgt. Een nieuw lokaal. Dat er een professionele keuken is. En Flo is dol op koken. Dat er een huiskamer is, waar ze kunnen oefenen met huiselijke taken. Dat ze op woensdag blijven zwemmen. En oh ja, dat discodansen op vrijdag blijft. Sowieso.

 

 

 

Maandag beginnen we met de aftelkalender. En volgende week mogen we samen even gaan kijken. De klas is bijna klaar  Ik zou willen dat er zwemvesten bestaan die je om je hart kunt binden. Ik kan wel wat extra veiligheid gebruiken namelijk.  

 

 

Door: May-Britt Mobach

Afbeelding van May-Britt Mobach