Daar is de tip van een vriendin: bel 0800 70 70 en met bouwjaar 1949, 48, 47 of 46 kun je een afspraak maken voor een covid-vaccinatie, ook al heb je geen brief ontvangen.
Dit klinkt te mooi om waar te zijn: vrijwel meteen krijg ik een hele leuke jongen aan de lijn. Negentien jaar. Hoe ik dat weet? Kwestie van vragen. Het is dat dochter al een aardige vriend heeft en bijna de moeder van die leuke jongen had kunnen zijn, anders zou ik de schat meteen op de borrel vragen. Eerstejaars student, die als vrijwilliger bij de GGD werkt. ‘Anders verpieter ik en zo kan ik nog wat bijdragen aan de maatschappij.’ Doe er mij daar nog maar honderdduizend van.
‘U bent van 1948? Geen probleem. Eens kijken waar u terecht zou kunnen!’ Hoe lief is dat? Ik zeg dat ik overal wel heen wil, al is het Parijs. Leuker zelfs. Dat vindt de jongen ook fijn, want: ‘Mevrouw, veel mensen willen het liefst om de hoek geprikt worden!’ Het wordt Boxmeer. Meteen de tweede afspraak gemaakt, bevestiging komt per mail, met te downloaden documenten. De leuke jongen en ik nemen hartelijk afscheid.
Gisteren was ik aan de beurt. Ik was er zenuwachtig van, omdat ik de nacht ervoor had gedroomd dat ik een dag te laat was. En toen zeiden ze dat ik pas in 2025 aan de beurt zou zijn. Man brengt me naar Boxmeer. Zo kom je nog eens ergens. Het loopt gesmeerd en het is niet druk. Maar ik word wel naar de arts gestuurd, omdat op mijn gezondheidsverklaring staat dat ik een wespenallergie heb. Zesentwintig jaar geleden werd ik gestoken en ging ik bijna onderuit, dus ik loop altijd met een epipen op zak. Die moet je in je been jassen als je wordt gestoken. Nooit nodig gehad sinds 1995.
De ook weer alleraardigste arts achter het tafeltje buigt zich over mijn gezondheidsverklaring. ‘Oei! Een wespenallergie!’ Wanneer dat zich openbaarde, wat gebeurde er precies, viel ik toen flauw, wat zei de huisarts, wat dééd de huisarts en welke medicatie kreeg ik toen? Jemig… weet ik veel? Ik lag daar met uitslag en een lage bloeddruk, maar ik ben toen zelf weer naar huis gereden. ‘Ik denk dat we u toch liggend moeten prikken’, aarzelt de arts achter het tafeltje. Liggend?? ‘Bent u echt 26 jaar lang niet meer gestoken?’ wil hij weten, ‘hoe kon u zo mooi uit de buurt van stekende wespen blijven?’ Ik deel royaal al mijn tips met hem. Ik blijf altijd heel stil zitten als er eentje om me heen vliegt. Dan doen ze niks. Arts wil nog even door over dat halve uur. ‘Ik zie aan uw ogen (mond niet zichtbaar, want mondkapje) dat u het overdreven vindt?’ zegt hij voorzichtig. Ik zeg dat hij dat vrij goed heeft ingeschat, maar dat mijn man – ook arts – buiten in de auto wacht en mij zeker naar een ziekenhuis brengt als ik flauwval. Dan mag ik toch door naar prikhokje 6. Yes, hij zit erin! Ik vind het echt Een Moment! En nu zitten.
Na vijf minuten sluipt er een man naar me toe. ‘U zult wel denken, wat moet die vent…’, opent hij. ‘U heeft zo’n taakstrafhesje aan, dus ik denk dat het geen kwaad kan’, flap ik eruit. Waarom zeg ik dat nou?! Maar hij lacht gul. Ook alweer zo lief. In deze Boxmeerse sporthal werken alleen maar zorgzame mensen. ‘Ik kom kijken,’ zegt hij, ‘of het wel goed gaat met jullie, want dan kunnen we meteen ingrijpen!’ Het lijkt wel of iedereen die hier dienstdoet het fijn vindt dat wij, de te prikken personen, er zijn. Uit dankbaarheid blijf ik twintig minuten zitten, maar dan vind ik het welletjes. Naar huis! ‘Ik zal koken,’ zegt Man, ‘want jij bent nogal van de leg.’ Klopt. Ik ben ineens heel moe, val in slaap op de bank en word pas wakker als er een bord cannelloni voor mijn neus staat. Met een glas wijn erbij. Op naar prik twee! Ik voel me prima mensen, halen die prik, zodra jullie de kans krijgen! En als jullie een geel vaccinatieboekje hebben? Laat het ook daarin zetten. Was in Boxmeer geen probleem. Daar zijn ze dus allemaal ont-zet-tend aardig.
Door: Wieke Biesheuvel
Wieke Biesheuvel werkte en woonde zes jaar in Zambia, is nu voorgoed terug en probeert het Nederlandse leven weer onder de knie te krijgen. Waarbij ze beurtelings verbaasd, boos, dolgelukkig, verward of blij is.