Het was zaterdagmiddag tien voor vier en ik was op weg naar de hockeywedstrijd van mijn dochter. Ze startte om vier uur en ineens dacht ik: ik gun mezelf de tweede helft van de wedstrijd. Dan kan ik de eerste helft nog even mooi een spijkerbroek kopen. Een spijkerbroek met niet al te lange pijpen, een skinny model, met leuke wassing. Al mijn spijkerbroeken hebben lengtemaat 32 en soms zelfs 34. Maar eigenlijk, met mijn bonte verzameling kekke sneakers, is een kort model skinny jeans veel leuker.

 

Ik ging naar de hipste winkel van een nabijgelegen dorp. Het is een winkelstraat waar ik – heel toevallig – doorheen fiets op weg naar de hockeyclub. De winkel heet MOOI, wat-ie ook is. Ze verkopen er geurkaarsen, kookboeken, leren tassen en hippe kleding. Ik voel me in die winkelstraat nooit zo op mijn gemak. Ik kom niet uit het dorp, maar woon in de aangrenzende stad. Ik heb minder geld dan de vrouwen die hier lopen, ben minder mooi en ook minder slank en vast veel minder succesvol. Dat is wat ik allemaal denk wanneer ik de winkel betreed.

 

Er zijn drie verkoopsters druk met iets wat ik niet zie. De geurkaarsen kosten 89 euro. Wat zal een spijkerbroek dan kosten, denk ik. Aan wat vleeshaken hangen acht broeken in maatje 26. Ik kies een grijsblauwe wassing en vraag een grotere maat aan een van de verkoopsters.

 

‘Ik heb ruim 200 euro betaald voor een broek die ik niet wil’

 

‘Ja, hoor,’ roept ze. ‘Wat voor maat heeft hij?’

‘Hij?’

‘Dit is een herenbroek.’

‘Oh, ik zoek een broek voor mezelf.’

‘Dan zit je helemaal verkeerd,’ zegt ze. Ze hangt de broek terug en pakt een andere uit een stelling.

‘Dit is wat voor jou.’

Ze houdt een lichtblauwe jeans voor. Lengtemaat 34.

‘Die is te lang,’ zeg ik. ‘Ik wil lengtemaat 32 of zelfs 30. Een kort model.’

‘Kunnen we zo voor je innemen,’ wimpelt ze weg. ‘Net zo kort als jij ‘m wilt. Brengen we naar Schaar & Bies en dan zeggen we dat de originele zoom er weer netjes aangezet moet worden. Dus pas nou maar. Komt wel goed met die lengte.’

 

Ik knik en trek de broek aan die ik niet wil, loop het pashokje uit en sta voor de spiegel in de winkel. De pijpen vallen over mijn voeten.

‘Perfect toch?’ zegt de verkoopster.

‘Ik vind ‘m te lang,’ zeg ik. Wat ie ook is.

‘Maakt niks ui-huit, zei ik toch? Die nemen we voor je in.’

Ik sta te dralen voor de spiegel.

‘Ik heb dit model ook in het zwart, kijk.’ Ze duwt een zwarte broek in mijn handen.

Ik krijg het warm. De eerste helft van mijn dochters wedstrijd is bijna voorbij.

‘Heb je nog iets anders?’ probeer ik. ‘Een korter model?’

Ze zucht.

‘Mijn collega neemt dit over. Ik ga naar de herenafdeling.’

Haar jongere collega geeft me een broek van 212 euro.

‘Je zweet ervan,’ zegt ze.

‘Deze broek zit als gegoten,’ lieg ik, terwijl ik mijn buik inhoud. 

‘Goeie lengte?’ vraagt ze nog.

‘Ja,’ piep ik van achter het gordijn. Snel weg, denk ik.

Eenmaal op het hockeyveld loer ik in mijn tas. Taille 30, lengtemaat 34, staat er op het kaartje. Ruim 200 euro afgerekend voor een broek die ik niet wil hebben. Ben ik nou zo dom of zijn zij nou zo slim? Gelukkig won mijn dochter met 3-1.

 

4 dingen die ik leerde van mijn miskopen

1.      Laat je niet ontmoedigen door slanke(re) en jonge(re) verkoopsters. Jij bent mooi zoals je bent, goed zoals je bent en vooral: de moeite waard.

2.      Koop niet bij verkoopsters die zeggen: ‘Oei, je hebt een lastige maat.’ Of: ‘Ik zie het al, jij hebt een probleemhuid.’ Of: ‘Ben je nog van plan om wat kilo’s kwijt te raken?’ Ze maken je onzeker en zo koop je nooit wat je graag wilt.

3.      Denk bij wat je past: is het een 10? Zo ja, dan is het echt de moeite waard. Bij alles minder dan een 10 kun je je afvragen of je moet overgaan tot aanschaf.

4.      Koop niet als je haast hebt.

 

 

Alice Binnendijk is journalist. Ze houdt van schrijven, fietsen, hardlopen en Netflix. Ze is getrouwd, heeft twee dochters en werkt als chef bij Franska.nl.

Fotografie: Esmee Franken, visagie: Linda van Iperen, haarstylist: Mandy Huijs