Arme Amalia

 

Ik blijf maar denken aan Amalia. Samen met Alexia in dat KLM-toestel.

 

Gordel om, stoelen ontsmetten met het doekje dat de stewardess hen bij het instappen heeft gegeven. Haar mondkap had haar mond bedekt, maar ze wíst dat ze naar haar had geglimlacht. En waarschijnlijk had de stewardess er een ‘ocharm’ bij gedacht.

 

Daar had ze gezeten, in dat toestel. Voor het eerst blij met de mondkap want wie weet zou die hun identiteit verhullen. Voor het eerst gewoon twee meisjes (zusjes? Vriendinnen?) die de Griekse zon hadden opgezogen en huiswaarts keerden. Straks zouden ze thuis zijn. Gewoon in de keuken, waar hun moeder alle kranten had weggeveegd om het nieuwe normaal even buiten de deur te houden.

 

Die vakantie, dat was toch geen goed idee geweest. Het mocht, ja. Maar slim? Of sympathiek? Toch misschien niet zo. Maar ja, er waren geen tickets meer en papa en mama hadden het ook weer zo wat gevonden om het regeringstoestel opnieuw te laten aanrukken. Dat zou ook weer verkeerd vallen natuurlijk. Bovendien: wat hadden zij er nou helemaal mee te maken? En ze waren groot. Amalia wordt over twee maanden al 17. Als je 1,6 miljoen per jaar kan beheren, kunnen die vier dagen alleen in Griekenland er ook wel vanaf. ‘Normale’ kinderen gaan op die leeftijd ook alleen met vakantie. Hadden ze die vuurdoop meteen te pakken. En bovendien konden mama en papa thuis de klappen opvangen. Zij hadden die paar dagen ook zo nodig gehad. En dat ene feestje, daar hadden ze zich zó op verheugd. Het was een ’ach, toe nou, pap’ links en een ‘niemand hoeft het toch te weten?’ rechts. Er waren blikken uitgewisseld en er was uiteindelijk een bevrijdend knikje gevallen. Vooruit dan maar. Uit alle slechte scenario’s was dit misschien het beste idee. Wel elke dag even bellen hoe het gaat. Beloofd? Beloofd.

 

En daar staat prinses Amalia bemondkapt op de voorpagina van De Telegraaf. Die krant heeft voor de gelegenheid trouwens meteen extra chocoladeletters ingeslagen. Het is de tijd van het jaar, tenslotte. En als ik haar daar zo zie zitten, heb ik toch met haar te doen. Want zij weet wat jij weet wat ik weet: in deze krant wordt de vis morgen niet verpakt. Deze krant heeft magische gaven. Die reist haar hele leven met haar mee.

Door: May-Britt Mobach

Afbeelding van May-Britt Mobach