Anders-denkenden

 

Als het niet zo tragisch was, zou ik keihard moeten huilen van het lachen.

 

Ik heb het over complottheorieën. De ‘elite’ (wie zijn dat zoal?) zou bloed van kindertjes drinken, die ook nog eens door diezelfde elite misbruikt zouden worden. Hou nou toch op zeg. Stel het je even voor: de koning vraagt de koningin om een tweede bekertje bloed, want het smaakt hem vandaag prima. Rutte bestelt nog wat kindjes voor in het Torentje, ter afleiding tijdens de covid-19-crisis. De vergelijking met het kinderboek van Roald Dahl, over de krokodil die zo graag een kindje zou lusten, dringt zich bij mij op. En dan zou Trump de Grote Redder zijn, die de wereld moet verlossen van pedofielen.

 

Ik wil best luisteren naar andersdenkenden, maar bij dit soort waanzinnigheden denk ik: we moeten die mensen laten kletsen en er geen aandacht meer aan besteden. Ik doe dit nu ook – voor de eerste en meteen voor de laatste keer, beloofd – maar dat is omdat ik die maffe kokeleko niet in mijn brein wil. Dat is ongezond. Dus wie hier nu gaat zeggen dat ik mijn huiswerk moet doen en me moet inlezen, wakker moet worden en geen schaapje met de schapen moet worden en dat ik een bord voor mijn kop heb, mag nu iets voor zichzelf gaan doen. Ik moet niks namelijk. Ik blijf toch echt varen op mijn eigen denkvermogen, waarmee tot heden nog niets ernstigs mis is, al zullen de “complotties” daar anders over denken.

 

De gezondheidszorg staat voor een megaklus. ‘Help ons helpen’, zei een deskundige aan een talkshowtafel. Ik weet niet meer wie het was, maar de oproep is helder. Vanochtend las ik een interview met een musicus. ‘Vertrouw elkaar,’ zei ze, ‘dat is mijn leidraad in mijn leven, dat je een ander vertrouwt. Als ik om hulp vraag, krijg ik die, en die geef ik op mijn beurt ook.’ Simpel, maar het klinkt mij als muziek in de oren. Natuurlijk, we gaan heus weleens op onze bek, als ons vertrouwen wordt beschaamd. Maar met Bregman zeg ik: de meeste mensen deugen. Ik zie het om me heen. Het merendeel van de mensen houdt zich aan de opgelegde regels. Dat bepaalde groepen jongeren dat niet doen, begrijp ik best. Laten we iets verzinnen om ze binnenboord te houden. Zij zullen niet erg ziek worden. Maar boven de veertig wel. En als deze mensen naar adem snakkend de spoedeisende hulp binnenkomen, worden ze geholpen en hebben ze een bed en een verpleegkundige nodig, op zaal of op de IC. Als men nu roept ‘ja maar de zorg is uitgehold in de afgelopen jaren’, dan zal ik dat niet tegenspreken, alleen hebben we daar nu drie keer niets aan. We zullen toch echt moeten uitgaan van het hier en nu. Als het kabinet het zo verkeerd doet, dan kunnen we straks in maart onze stem laten horen. Al moet je afwachten of een nieuwe ploeg het beter doet. Tot het zover is: laten we onze kop erbij houden. Luisteren naar elkaar is prima, maar als we op de toer gaan van ‘ik zou nog wel een kindje lusten’, haak ik af!

Door: Wieke Biesheuvel

Wieke Biesheuvel werkte en woonde zes jaar in Zambia, is nu voorgoed terug en probeert het Nederlandse leven weer onder de knie te krijgen. Waarbij ze beurtelings verbaasd, boos, dolgelukkig, verward of blij is.

Afbeelding van Wieke Biesheuvel