Ellen moet steeds dezelfde klaagzang van haar vriendin aanhoren

 

‘Als ik zeg dat het weinig zin heeft om dit verhaal met mij te delen, zijn de rapen gaar.’ 

 

 

 

‘Ik vraag haar nooit wat, mijn zus. En nu, deze ene keer dat ik vroeg of zij vandaag eens met pappa naar het ziekenhuis kon gaan, omdat zij vrij was en ik moest werken, deed ze nóg moeilijk.’ Elke keer dat ik deze vriendin spreek hoor ik hetzelfde verhaal. Over haar zus op wie ze nooit kan bouwen, die toch al alleen maar rekening hoeft te houden met zichzelf terwijl mijn vriendin een man en drie kinderen heeft. Haar zus die het desondanks altijd laat afweten en nooit een poot uitsteekt. Ik vroeg mijn vriendin of ze het nou al met haar zus had besproken, dat wat haar al jaren dwarszit. Dat had ik al ik weet niet hoe vaak tegen haar gezegd, maar ook nu moet ik weer horen dat dat echt geen zin heeft, om het gesprek aan te gaan, omdat haar zus toch nooit zal veranderen.

 

Ik zeg dat het ook geen zin heeft om er telkens tegen mij over te beginnen. ‘Telkens?’ ze reageert een beetje gepikeerd. Ik vraag haar of ze er echt geen notie van heeft dat ze dit verhaal al zo vaak tegen me heeft gedaan dat ik het inmiddels kan dromen. ‘Nou ja. Dat zal wel meevallen.’ Ze is echt op haar teentjes getrapt. Volgens haar heb ik ook wel heel makkelijk praten. Ik ben namelijk zo direct, daar lusten de honden geen brood van.

 

Nu is het mijn beurt om gepikeerd te zijn. Is direct zijn iets anders dan eerlijk zijn, vraag ik haar. Of is dat hetzelfde. Het maakt mij namelijk niet heel veel uit hoe ze het wil noemen, maar ik probeer zoveel mogelijk om een verhaal te doen op de plek waar het thuishoort in plaats van het in het vriendinnencircuit te gooien waar het alleen maar rondzingt en aanzwelt zonder te worden opgelost. ‘Daarbij,’ zeg ik, ‘vind ik het niet eens zo heel erg fair om je verhalen over je zus met iedereen, behalve met haarzelf, te delen.’

 

Een week of wat later hoor ik via via dat ik ook over de tong ben gegaan. Het zou mijn vriendin heel erg zijn tegengevallen dat ik niet opensta voor haar problemen en dat ze zich bezwaard voelt om die überhaupt nog ooit tegen me aan te houden. Als ik haar opbel om te zeggen dat dit precies is wat ik bedoel en dat ik dit geroddel niet oké vind, zegt ze dat ik me nu wel een beetje aanstel. Ooit waren we vrienden voor het leven. Maar in het leven is bijna niets voor altijd.’

 

Ellens naam is vanwege privacy gefingeerd. Haar echte naam is bekend bij de redactie.

 

Moet jou ook iets van het hart en wil je dat (anoniem) met ons delen? Stuur dan een mail naar info@franska.nl onder vermelding van ‘Dit moet ik even kwijt’.