Als ik alleen was

 

Als ik alleen was… Wie droomt daar nou niet af en toe van?

 

 

 

Als ik alleen was, dan at ik vaak bietjes. Vindt mijn man niet lekker, dus dat eten wij nooit. De dag erna zou ik dan haring-bietensalade maken, als ik nog wat biet over had. Mijn man lust namelijk ook geen zure haring. En we houden trouwens ook nooit wat over als we samen eten. Dus die haring-bietensalade is hier sowieso een no-go.  

 

Of ik zou elke dag spaghetti eten. Jaaa! Want dat vindt hij ook maar zo zo. En ik zou ook altijd spontaan op vakantie kunnen. Hij werkt namelijk voor een baas, en die bepaalt altijd wanneer wij weg kunnen. En die bepaalt dan ook vaak of wij wel of niet samen op een terras kunnen zitten op een plein in Vienna, Florence of Milaan. Ik zit daar namelijk ook regelmatig alleen als hij dan rondjes loopt met een telefoon aan zijn oor. 

 

‘Tsja… daar wordt hij voor betaald, hè.’ Dat vindt hij dan een steengoed argument als ik boos word. Ik vind dat je zo’n telefoon dan ook een keer kan laten rinkelen, maar hij is het daar niet mee eens.

 

Dus eigenlijk bén ik al af en toe alleen! Maar in de vakanties vind ik dat dan toch minder leuk.

 

Maar als ik dus thuis alleen zou zijn… Dan zou ik die vreselijke stoel de deur uit doen die zo in de weg staat. Die zó hard piept en kraakt dat ik de televisie niet goed kan horen als hij erin beweegt. Maar ja… je gaat ook niet vragen of je man zo vriendelijk zou willen zijn om niet meer te bewegen als hij thuis is, dat is raar. Dus je accepteert ook alle geluiden die daarbij horen, inclusief snurk- en andere geluiden.

 

Dus… ohhhhh… jaaaa… als ik alleen zou zijn, dan zou ik ook mijn bed aan de andere kant van de slaapkamer zetten. Precies zó dat ’s morgens het zonnetje in mijn gezicht schijnt als ik wakker word. Dat vindt hij namelijk heel irritant, want hij wordt daar vroeg wakker van. 

 

En hij vindt het ook heel irritant dat ik altijd van die koude voeten heb in bed, dus als ik alleen zou zijn, kon ik ook nog bewegen wat ik wilde. Ik zou hem dan nooit meer een hartverzakking bezorgen als ik per ongeluk met mijn koude voet zijn been raak. En ik zou dan ook breeduit in bed kunnen liggen en wapperen met de dekens als ik het warm heb. Of juist alle dekens over me heen kunnen trekken als ik het koud krijg. Sjonge, dat klinkt wel luxe allemaal, zeg.

 

En ik zou altijd kunnen schrijven. Wanneer ik maar wilde! Dus ook ’s avonds, als ik dan zomaar ineens inspiratie had. En desnoods ’s nachts, als dat fijner is voor het einde van een boek. En blijven redigeren tot ik een ons weeg, zonder dat hij dan vraagt: ‘Moeten we niet eens gaan eten?’ En dan zou ik misschien ook weer gaan bloggen. Bloggen over mijn eigen leven, zonder dat ik hem daar dan automatisch in betrek, terwijl hij dat misschien helemaal niet leuk vindt.

 

En dan zou ik bloggen over… Over uhhh… Nou, over hoe leuk het is om elke dag alleen te zijn natuurlijk. Over hoe je dan van alles kunt doen en laten op de manier die jij graag wilt, en ook nog op het tijdstip dat jij dat graag wilt. Hoe je je huis kunt inrichten zoals jij dat graag ziet en dat je kunt gaan en staan waar je maar wilt, zonder ook maar met iemand rekening te hoeven houden. Jaaaaa, dat zou ik gaan doen dan. 

 

Uit pure verveling zou ik daar dan maar over gaan schrijven. 

 

Maar nu moet ik eten, want mijn man roept dat het eten klaar is. En we eten tuinbonen. 

 

Gadver!

 

Maar wel lekker samen. En ik zou toch niet zonder hem kunnen, denk ik.

 

 

 

Door: Tineke

Tineke is schrijfster van de boeken “Toch?” en “Stof Genoeg” en ze blogt ook zo nu en dan. Ze woont op het platteland met één (leuke) man, twee (lieve) kinderen, drie (onbespeelde) muziekinstrumenten, vier (wisselende) mantelzorgprojecten, een (bijna) vijfde boek, haar zesde (luie) kat, en (dus) ongeveer zeven muizen.

Afbeelding van Tineke