‘Alfie, wat maak je me nou?’

 

Antropomorfisme heet het en Wieke en haar man doen het graag en vaak.

 

Als je een verjaardagsfeestje geeft en iedereen zegt af, niet getreurd. Dan nodig je toch je auto, huisdieren en planten uit? Het getuigt van intelligentie dat je met je auto, planten en huisdieren praat. Wie dit zegt? Een gedragswetenschapper uit Amerika, professor Epley. Ik las dit in Welingelichte Kringen. Niet dat het daarom waar is, maar die man hebben ze niet zomaar op straat gevonden.

 

Geen enkele andere diersoort bezit de gave om menselijke eigenschappen aan objecten of dieren toe te kennen. Wij wel. En dat is een natuurlijk bijproduct van de unieke intelligentie van mensen, beweert de professor en het heeft ook nog een wetenschappelijke naam: antropomorfisme.

 

Het kan mij niet schelen hoe het heet, maar ik vind het geen onprettige gedachte dat ik slim ben, omdat ik mijn auto’s namen geef en mijn dieren en planten toespreek. Je moet er alleen niet aan denken dat die baobab verderop ineens wat terugzegt als ik hem net heb verteld dat ik hem de interessantste boom ter wereld vind. Je zou er toch in blijven van de schrik? Maar daarna zou ik aan zijn lippen hangen. Want wat zo’n boom allemaal weet wat jij als intelligent wezen nooit zult weten! Gisteren zei ik het nog tegen hem: ‘Zeg kletskous, wat houdt jou nu zoal bezig?’ Nul terugkoppeling.

 

Toen ik het wiel van Alfie (mijn auto) verloor en de eerste schrik was gezakt, riep ik hartstochtelijk: ‘Alfie! Wat maak je me nou?’ Hij stond stil en bleef een week stilstaan. En zweeg.

 

Mijn man praat veel tegen de honden. Tegenwoordig bonjouren we Kwacha ’s nachts naar buiten, want ze pest onze andere hond en ondertussen molt ze de kussens. Als het even kan plast ze er ook op, bij wijze van statement. Dan voert man deze eenzijdige conversatie, als de hond ’s ochtends weer binnen wordt gelaten: ‘Ha Kwacha, dat viel toch best mee, buiten slapen? Dat heet ‘kamperen’. En dan mag je gewoon buiten plassen. Doet het vrouwtje ook altijd. Dat noemen wij ‘wildplassen’.’

 

Wat ik heb meegenomen van dit antropomorfisme (ik moet terug scrollen om te kijken hoe je het schrijft), is dat ik me afvraag wie er slimmer is op onze aardkloot: niets zeggende dieren, planten en dingen of mensen? Als je gewoon altijd je mond houdt, krijg je ook geen ruzie. Maar het wordt geheid een dodelijk saai verjaardagsfeestje.

 

 

Wieke Biesheuvel is columnist bij Libelle, schrijft boeken, woont in Zambia en helpt de plaatselijke bevolking met medewerking van haar vriendinnen hier aan waterputten.