Het leed dat apotheek heet

 

Gevloerd met een dubbele oogontsteking belde ik de assistente van de huisarts.

 

 

Ik zou elke huisarts in Nederland een assistente zoals zij wensen. Zo een die meteen de telefoon opneemt. Zo een die altijd lacht. Zo een die dingen weet maar ze pas deelt als het gepast is. Zo een die begrijpt dat je geen tijd hebt om een uur op het spreekuur te zitten wachten. Zo een dus. Ze schreef me vast een receptje voor. “En zal ik een andere apotheek voor je regelen? Je vindt die waar je nu naartoe gaat toch niet zo prettig?”

 

Ze heeft gelijk. Bij de apotheek waar ik al jaren kom, gewoon omdat ‘ie om de hoek zit, loop ik eigenlijk elke keer zuchtend weg. Als er een Olympische Sport zou bestaan die zal-ik-eerst-thee-zetten-voordat-ik-de-rij-wachtende-mensen-ga-helpen-en-goh-zal-ik-mijn-theezakje-dan-lekker-twee-minuten-laten-trekken-en-het-er-dan-heel-heel-zachtjes-uithalen heet, dan hing hun filiaal vol gouden plakken.

 

Dus het werd een andere apotheek. Inderdaad een stuk sneller en in een winkelstraat, dus als de rij me te lang werd kon ik even een bliksembezoekje plegen aan het Kruidvat ertegenover of de Douglas ernaast. Afijn.

 

Het medicijn was niet afdoende. Dus ik stond de volgende dag tranend en huilend van de pijn om kwart voor acht aan de poort te krabbelen van mijn favoriete doktersassistente. Ze meldde me vast aan. De dokter kwam om acht uur en dan was ik meteen aan de beurt. Kon ik nu, als ik wilde, nog eventjes thuis koffiedrinken of de hond laten plassen. Ik had al gezegd dat ik haar fantastisch vond, toch?

 

Lang verhaal iets korter: huisarts gaf weer een medicijn. Een ander. De volgende dag zou ik terugkomen en als het niet beter was, verwees hij me door naar de oogarts. Lang verhaal iets korter deel II: medicijn werkte niet, ontsteking nam toe, dus door naar de oogarts. Een ander medicijn. Omdat ik inmiddels door de pijn in horizontale staat verkeerde met een natte lap op mijn hoofd, ging onze hulp richting apotheek. Het medicijn hadden ze niet. Dat moest besteld. Nu bestaat het woord ‘nee’ niet in het vocabulaire van onze hulp dus ze zei: hoe lossen we dit op? Ze werd doorgestuurd naar een andere apotheek. Daar werd het medicijn gemaakt.

 

 

Lang verhaal iets korter deel III: medicijn hielp. Een beetje. Weer naar de oogarts die meewarig nee schudde. Er kwam versterking in de vorm van een extra medicijn. Ze had het recept naar de apotheek gestuurd, zei ze, terwijl ze achter haar computer zat. Ik, nog steeds niet in staat zelf auto te rijden, liet me chauffeuren naar de nieuwe apotheek. Gelukkig was er geen rij. Ze hadden het recept niet ontvangen. Er was niets uit de fax gerold. Ik vroeg me af wie er nog faxt anno 2018 maar besloot dat maar niet te zeggen. Ik stelde dat het me onwaarschijnlijk leek dat ze zou hebben gefaxt want ik had haar geen fax zien versturen. Ik dacht eerder aan een e-mail. Ah! Een é-mail! De vrouw bedacht dat dit ook tot de communicatiemogelijkheden behoorde. Ze ging het bekijken. Maar nee, er was geen e-mail. “Misschien komt hij zo binnen”, opperde de apotheekdame.

 

Ik zei haar dat dit me vrij onwaarschijnlijk leek. Als je op de verzendknop drukt, ontvang je de e-mail. Of die nou naar Timboektoe of van Sibculo naar Almelo verstuurd is. Geen e-mail dus. Dus geen medicijn. Ik tilde mijn zonnebril op die ik tot dat moment had opgehouden (de aanblik van mijn ogen was niet heel smakelijk, kan ik je vertellen) en zei: “Mevrouw, ik heb pijn. Hoe lossen we dit op.”

 

We beraamden een plan. Ik belde het ziekenhuis en vroeg nogmaals om het recept. Daar zat ‘m het probleem. Ik had in het ziekenhuis naar de balie moeten gaan, een recept moeten vragen en dat mee moeten nemen naar de apotheek. Nu zou de vrouw naar een collega lopen die twee verdiepingen lager zat en het dan faxen. Ik zuchtte. Dit voelde als een plan met een zeldzaam laag slagingspercentage. Maar vijf minuten later pruttelde er ergens een fax. Witte rook. Medicijn.

 

Vandaag voel ik me zowaar beter. Maar mag ik opteren voor onze oude methode? Gewoon een receptje op een briefje? Met een krabbel van de dokter? Als er dan iets mis gaat is het tenminste onze eigen schuld.

 

Dat lijkt mij de beste optie. Nou ja, de op één na beste dan. De beste is natuurlijk een leven waarbij het enige recept het recept is van wat er vanavond op je bordje ligt.

 

 

Door: Pleuntje van der Horst