Wieke heeft geen tijd om te janken

Omdat ze alles tien keer in- en uitpakt. Twijfels. Wat gaat er wel mee en wat niet? Haar man weet er wel raad mee.

 

WIEKES WERELD, VRIJDAG 16 MAART 2018, INPAKKEN EN WEGWEZEN

Ik heb net tien minuten met een pak breinaalden in mijn handen gestaan. Wat gaan we d’r mee doen? Weggeven aan Christine?  Die heeft zelf breinaalden. En thuis in Nederland heb ik ze niet meer.  Laat ik ze hier, dan moet ik nieuwe kopen. In de koffer. We mogen 108 kilo meenemen, omdat we remigreren. Die breinaalden kunnen er nog wel bij. ‘Doe niet zo idioot,’ zegt man, ‘Christine heeft toch een handwerkgroep?’ Dat is waar. Breinaalden weer uit de koffer. 

 

Twee kleedjes. Cadeaus. Met veel liefde geknoopt. Maar de honden hebben erop gelegen en wat er in het hoogpolige gebeuren is achtergebleven aan zand en insecten (dood, dat wel), wil geen mens weten. Het ene kleedje is van mijn vorige buuf hier, Threes. Ze kon er niet naar kijken zonder met haar ogen te knipperen, zo gifgroen is het. ‘Ik weet er wel iemand voor’, zei ik en nam me voor om het mee terug te nemen en het haar rond Sinterklaas te geven met een gedicht. Maar helaas pindakaas besloot een van de honden toen dat het zijn kleedje was. Wat als de geefster hier in huis komt kijken? Dan ziet ze haar kleedjes. Dus ik sta ook tien minuten met die kleedjes te hannesen. Oplossing komt weer van man: geef ze aan Obed (buurjongen), want daar gaan de honden heen. 

 

 

 

Het kunstwerk van een artiest die misschien ooit artiest wordt, maar het nog niet is. In de koffer. Ach nee, toch maar niet. Er weer uit. En erin. Man: ‘Laat dat nou gewoon aan de muur hangen!’ Nog een kunstwerk – van koper. Man heeft het van een patiënt gekregen. Hij is trouwens, tussen haakjes, allang klaar met pakken. Het zit op de bank en het computert. ‘Laten hangen!’, beslist hij. ‘We hebben al te veel.’ 

 

Drie koffers zijn nu klaar en we zitten op een kilo of zestig. Er staan nog twee tassen. Zanzibartassen. Voor we naar huis gaan moeten we nog naar Zanzibar. Heel vervelend, ik weet het. Maar dat nadenken over wat in de Zanzibartas moet en wat niet, pffff.  Want die drie koffers wil ik niet meer open hoeven maken. Ik zou de sleuteltjes weg kunnen gooien, dan kunnen ze zeker niet open. Ondertussen doe ik ook dingen in de keuken. Alle voorraadbussen hebben moddervette deksels (geen afzuigkap). Heet sopje. In de bus met bloem speelt zich een leven af tussen schepsels die ik dat leven best gun, maar niet in mijn bloem. De bus valt om. Voeg daarbij een fles olie die ook omvalt, en jullie weten wat ik te doen heb. Maar het mooie is, dat ik nog geen seconde tijd heb gehad om te janken. 

 

 

Wieke Biesheuvel is columnist bij Libelle, schrijft boeken, woont in Zambia en helpt de plaatselijke bevolking met medewerking van haar vriendinnen hier aan waterputten.