Tineke over de elektriciteit van tegenwoordig

Je tast volledig in het duister als je een lampje nodig hebt. En dan ook nog eens al die vriendinnen met die e-bikes. Een en al gedoe dus.

 

Niet zo lang geleden las ik nog de Donald Duck en nu ben ik ineens oud. En waar ik mezelf vroeger best wel een licht vond, tast ik nu soms hartstikke in het duister en snap ik sommige dingen niet meer. Neem bijvoorbeeld lampjes. Kijk, ik begrijp dat we energie moeten besparen en ik doe daar dan ook braaf aan mee. Ik heb dus keurig zonnepanelen op mijn dak. Dat die inmiddels allang overschaduwd worden door de windmolens van mijn buurman, daar zeur ik maar niet over. Want zeuren over vooruitgang maakt oud! Toch? Dat ik dus de enige in de vriendinnengroep ben wier fiets nog op calorieën loopt – en dat ik daarom niemand meer kan bijhouden – daar hoor je me ook niet over. Als vriendinnen en ik gaan fietsen en iedereen kirt bovenop de heuvel dat het uitzicht zo mooi is, dan hijg ik gewoon “ja… zeker… adembenemend.” Óók als ik geen moer zie omdat mijn bril is beslagen, het zweet langs mijn mascara gutst en het me halverwege de heuvel toch al zwart voor de ogen werd. Als je namelijk al 100x gevraagd hebt of ze alsjeblieft rekening willen houden met het feit dat jij de enige NIET-elektrisch-aangedreven figuur in dit peloton bent, en ze dan tóch blijven demarreren, dan zit je weleens boos te wezen halverwege zo’n steile heuvel. Je weet namelijk dat jij weer net te laat boven gaat komen voor de koekjes en dat de bubbels allang op zijn als jij met je verzuurde benen eindelijk je fiets op de standaard hebt. En wat nóg erger is aan dat batterijgedreven fietsvolk, is dat zij zo’n fiets niet gewoon aan een slot hangen, maar aan een stekker! We moeten dus altijd dicht bij een stopcontact zitten en óók nog in de gaten kunnen houden of die veel te dure fiets niet gejat wordt. Bah! We zitten dus meestal op het stomste hoekje van het terras, met onze voeten in een fietsenrek en een verlengsnoer op de tafel. Terwijl we nog niet zo lang geleden zelf op de tafels stonden en… nou ja… dat is verleden tijd. 

 

Maar ik dwaal af. Ik wilde het eigenlijk hebben over de hoeveelheid energie die het me tegenwoordig kost om een lampje te kopen. Kijk, vroeger gaven lampjes gewoon licht. Punt! Hij brandde, en als hij dat niet meer deed, dan kocht je een nieuwe. Maar nu? Het lampje dat kapot is kun je nergens meer krijgen en ik moet nu eerst weten

 

 

of het om binnen-, buiten-, soft-, warm-, of flamelicht gaat. Daarna moet ik beslissen of het om hallogeen, spaar of led draait, en weer later volgt nog iets met dubbelkop, enkelkop, energieklasse, wattage, voltage en lumen. Lumen??En dan komt er een rekensom waar ik geen moer van begrijp. Ik heb dus een voorraad lampjes liggen waar ik helemaal niets mee kan, want ze blijken niet geschikt voor de armatuur, are not dimmable, of ze geven zoveel licht dat je jezelf in een kantine of op een bouwplaats waant. Ik ben bang dat er binnenkort een bus met Ajacieden voor mijn deur stopt, omdat ze denken dat het stadion is verplaatst, en laat daarom de meeste lampjes tegenwoordig maar uit. Ook energiebesparend, trouwens!

 

Maar ja… ik zal er toch een oplossing voor moeten bedenken, wil ik binnenkort niet helemaal in het donker komen te zitten. Pfff… waar is Lampje uit de Donald Duck als je hem nodig hebt? Als die hier nou even zijn licht over zou laten schijnen…

 

 

 

 

Door: Tineke van Huijstee

 

 

Bij veel van wat ze dagelijks tegenkomt filosofeert én associeert Tineke (schrijfster/moeder/fotograaf/toneelregisseur/echtgenote) erop los.