Zullen we het even over de Unox-reclame hebben?
Ik vind het de liefste reclame ooit.
Als moeder van een bijzonder kind vind ik het altijd fijn om te zien dat reclamemakers ook ander soort mensen laten zien in reclames. Zo herinner ik me een wasmiddelreclame waarbij allerlei gezinsleden hun was op een soort lopende band legden. Een van hen had het downsyndroom. Gewoon down. Het had geen diepere betekenis voor het verhaal. Een zusje had krullen, hij had down. Het was een willekeurig gezin dat geportretteerd werd en in een willekeurig gezin kan zomaar eens iemand met down zitten. Fijn vond ik dat.
De Unox-reclame die nu te zien is, is voor mij de overtreffende trap. Ik fantaseer weleens over later en kan me dan voorstellen hoe mijn dochters in hun hectische levens rust vinden als ze Flo zullen bezoeken. Duiken in een bad vol liefde bij iemand die geen dubbele agenda kent, niet oordeelt en altijd in het nu leeft.
In de Unox-reclame zien we een hip, grootstedelijk meisje, Easy May, dat een intense uitgaansavond beleeft en bij een vriendje blijft slapen. Haar wekker gaat vroeg, toch staat ze op. Er wordt snel soep (Unox natuurlijk) opgewarmd en in een thermosfles gedaan voordat ze op de fiets springt en door Amsterdam scheurt. ‘Zit hij in de tuin?’ vraagt ze als ze aankomt bij een gebouw. En daar zien we haar broer Dyce, in een rolstoel en met de liefste lach denkbaar als ze elkaar zien. Ze voert hem de soep en dan is daar zomaar weer het gevoel van thuis.
Ik vind het de liefste reclame die ik in jaren zag en die nog mooier wordt als je weet dat Easy May en Dyce echt familie zijn en dat easy May haar broer, vooral na het overlijden van hun ouders, elke week probeert te zien. Voor haar portie onvoorwaardelijke liefde. ‘Daarna kan ik er echt weer even tegenaan.’ En dat is nou precies zoals ik het mijn dochters later ook wens.