Wil je ook een kopje soep?

 

Een tijdje geleden kregen we het hockeyteam van m’n puber over de vloer. Allemaal leuke meiden met van die wiebelende staarten. Ze hadden net in een enorme regenbui hun wedstrijd gespeeld en helaas verloren. Koud en nat kwam de ploeg binnen. Daar moest een beetje troostvoer in.

 

En troostvoer maken kan ik als de beste. Pizza, gehaktbrood, macaroni met kaas. Hoe meer calorieën hoe beter. Maar hoe geef je veertien meiden te eten als je geen grote restaurantkeuken hebt? Dan maak je soep. In zo’n enorme pan die gezellig een tijdje op het vuur moet pruttelen. En voor ‘soep voor de groep’ gebruik ik altijd een geweldig recept, mijn Italiaanse minestrone. Bomvol groente en tortellini, van die gevulde deegkussentjes, zodat je weet dat je hebt gegeten.

 

Deze soep maken is een fluitje van een cent. Eerst bak je spekjes uit, dan voeg je knoflook en peper toe. En zo ga je nog even verder en het resultaat is dus die minestrone. Maar opeens staat m’n puber naast me en vraagt of ik er wel rekening mee heb gehouden dat vier van de hockeydames overtuigd vegetariër zijn. Ik word meteen heel erg zenuwachtig. Ergens in mijn achterhoofd weet ik dat we het daar wel over hebben gehad. En dat ik zei dat ik daar natuurlijk rekening mee zou houden. Maar ja. In de waan van de dag ben ik dat meteen weer vergeten en toen ik die vracht soep aan het maken was heb ik er helemaal niet meer aan gedacht. Paniek alom, want er staan veertien hongerige meiden te wachten op mijn troostvoer.

 

 

Wat te doen? Koortsachtig sta ik na te denken en te roeren in die enorme pan. En ik kan niks anders bedenken dan alle kommen met soep te vullen. Om vervolgens, en dit mag je nooit tegen iemand zeggen, bij vier kommetjes de spekjes er weer vakkundig uit te vissen. Hup wat extra tortellini erbij en uitdelen maar. De vegetariërs hebben gelukkig niks in de gaten. Ze hebben honger als een paard en zouden dat paard nog opeten ook. Er is er zelfs één die nog een kommetje wil. Ik zeg niks en deel met stalen gezicht de volgende ronde uit. En hoop stiekem dat er geen spekblokje meer in de pan zit…

 

Door: Irene Smit

Irene is redacteur bij Franska.nl. Met haar man, twee pubers en een teckel woont ze in Haarlem. Ze zou graag willen zingen als Ella Fitzgerald en koken als Nigella Lawson. Tot het zover is, blijft ze lekker schrijven over allerlei zaken die haar verbazen.

Afbeelding van Irene Smit