Wiekes afscheidsfeestje

En dan nu inpakken. Hoewel, iedereen komt vandaag nog een keer langs om gedag te zeggen. 

 

 

Aangenaam: hier de grootste huilebalk van onze Eastern Province in Zambia, als het gaat om afscheid nemen. Stel dat ik niet zou janken,  omdat ik er koel onder bleef, dan zou ik toch een engerd zijn? Ik wil me niet aanstellen, dus al te veel geklaag kan niet. En te veel gehuil ook niet. Heeft niemand iets aan. Ik zou een huiler kunnen inhuren, zoals hier bij begrafenissen gebeurt.  Die laat je lekker blèren, hoef je het zelf niet te doen.

 

Onze ‘farewell’ party werd door de collega van man ‘welfare’ party genoemd. Kan ook. Waarom niet? Honderden flesjes fris zijn er doorheen gegaan, bakken vol snoep, koek en zes taarten. Pizza’s en samosa’s. En ik nog denken: hier blijven we wel zo verschrikkelijk mee zitten, veuls te veul. Mooi niet. Iemand vroeg of ze acht chocoladecakejes mee mocht voor de thuisblijvers. De man van security kwam acht flesjes en acht taartpunten halen, voor de collega’s bij de poort van het ziekenhuis. En o ja, ook graag zestien samosa’s. Zestien? Nou, uh… Zullen we acht doen? Was ook goed. Eén toespraak begon toen het nog licht was en liep pas ten einde toen het donker was. Maar het waren mooie woorden. Wij werden de hemel ingeprezen. Dat vind ik altijd een beetje eng. Alsof je een soort heilige bent, terwijl je zelf drommels goed weet dat je dat allesbehalve bent.  

 

Mijn vriendinnen van Tikondane kwamen in hun oranje chitenges dansen en zingen. Er waren cadeautjes. Zakken bonen en een kip. Hoe we tante Witveer (Pinkeltje) door de douane krijgen? Niet, dus we geven haar stilletjes weg. Mensen die op de ‘welfare’ party waren, kwamen gewoon vandaag weer, da’s niet handig als je je kop bij het inpakken moet houden. Wel twintig. ‘Tot morgen’, zeiden ze. Help! Want ze zitten ons nu wel erg in de weg. Maar het is allemaal lief bedoeld. Ook komt deze en gene nog snel om geld zeuren. Daar kan ik kort over zijn: ‘Het is op!’ 

 

Mijn boreholemannen kwamen vanochtend met z’n vieren vertellen dat hun levens er zo anders uitzagen dan zes jaar geleden. Alle vier in hun goeie goed, aandoenlijk. Het gaat ze goed. Dankzij hun werk voor de boreholes. Maar zonder mijn ‘B-team’,

 

dat ik volledig kon vertrouwen, had ik niets klaargestoofd. En al helemaal niet zonder de achterban in Nederland. Ik weet dat veel donateurs ook hier meelezen. Bedankt mensen, nogmaals! Met z’n allen hebben we in dit deel van Zambia verschil gemaakt.   En nu ga ik weer inpakken. Echt zo niet mijn hobby.  

 

 

 

 

Wieke Biesheuvel is columnist bij Libelle, schrijft boeken, woont in Zambia en helpt de plaatselijke bevolking met medewerking van haar vriendinnen hier aan waterputten.