Wieke verstopt zich voor mevrouw klaagzang

 

O jakkes, daar is ze weer. Ik noem haar altijd mevrouw Klaagzang. Locatie: de supermarkt. Ik durf het wel aan om het hier over haar te hebben. Omdat zij geen internet heeft, ben ik niet bang dat dit haar ter ore komt. 

 

Ik schiet snel een ander gangpad in, maar ze heeft me al gespot. Omdat ze haar kar dwars zet, dicht tegen de mijne aan, kan ik geen kant op. Ze wacht mijn antwoord niet af en zet zichzelf aan: ‘Ik stem morgen niet hoor, ze schreeuwen allemaal hetzelfde!’ Ik zeg niets. Hoeft niet, want van het stemmen stoot ze door naar haar favoriete onderwerp: haar miserabele gezondheid. Gisteren kwam haar kleindochter met een zilveren kettinkje aanzetten. ‘Heb ik niets aan. Ze vergeten doodleuk dat ik een zilverallergie heb’, zucht ze. Ze gaf het mee terug. Verder heeft ze jicht, huidkanker, een baarmoederverzakking, bleef ze er bijna in na een giftige garnaal (annex bijna-doodervaring) en is haar blindedarm er voor joker uitgehaald. Terwijl ze een darmziekte bleek te hebben. Haar ene been is korter dan het andere, hadden de klungels tot twee keer toe de verkeerde schoenen aangemeten.

 

Ik vind het prima dat mensen vertellen wat ze bezighoudt, ook op het gebied van kwalen en kwaaltjes, maar ik kan er zo slecht tegen dat het maar doorgaat zonder dat je ertussen kan komen. Ik heb vriendinnen die er slecht aan toe zijn en juist omdat zij niet willen dat hun ellende de hoofdmoot van hun bestaan uitmaakt, treden ze het leven met een bewonderenswaardige opgewektheid tegemoet. ‘Het gaat niet denderend,’ liet een vriendin weten, ‘maar krakende wagens lopen het langst. Bloeit bij jou de magnolia ook al? Echt een feestplant hè?’ Als zij er behoefte aan heeft, dan luister ik. Zij is er ook altijd voor mij.

 

Mevrouw Klaagzang schiet iedereen die ze kent aan met het verslag over haar ellende van de dag. Dat tobberige stoot af. Niemand denkt: we gaan gezellig bij mevrouw Klaagzang op de koffie. Mijn overleden tante Adri had narigheid genoeg en daar sprak ze met humor over. ‘Nou kind, klaar. Zo oninteressant. Wat vind jij nou van…’ En dan had ze weer iets boeiends gelezen. 

 

 

Oud worden is vreselijk, zegt mevrouw Klaagzang. Tante Adri was blij met elke dag die ze cadeau kreeg na haar negentigste verjaardag, al ging het lopen slecht en zag ze weinig meer. Mijn studievriend die maar zesenvijftig jaar oud werd, hing deze wijsheid aan: ‘Ik wil uitgewoond bij mijn graf aankomen, erin donderen en nahijgen: wow, what a ride!’

 

Door: Wieke Biesheuvel

Wieke Biesheuvel werkte en woonde zes jaar in Zambia, is nu voorgoed terug en probeert het Nederlandse leven weer onder de knie te krijgen. Waarbij ze beurtelings verbaasd, boos, dolgelukkig, verward of blij is.

Afbeelding van Wieke Biesheuvel