Wieke versimpelt en kijkt waar­schijnlijk scheel

 

We schrijven 26 maart, de zon schijnt en eindelijk zijn de wegwerkers met hun dreunende machines opgehoepeld. Ik dut weg in de zon. We hebben een beschut hoekje waar dat kan.

 

Dan word ik wakker van mijn telefoon. Weer een leuk filmpje van onze jongste kleindochter. Het wordt nu kil en ik pak het stoelkussen op om het op te ruimen. Als ik dit nalaat, krijg ik op mijn lazer van Man. Het zou niet het eerste verregende en tot op het bot beschimmelde tuinkussen zijn. Ik denk aan de quarantainetips van André Kuipers: vermijd conflicten en houd het thuis gezellig. Hij kan het weten, als astronaut die honderd-zoveel dagen opgesloten zat in een ruimtevaartuig. Ook nog eens met een Rus, geloof ik. 

 

Nog wat duf kijk ik door het raam naar binnen. Hè?? Wat krijgen we nou? Zit Henk Krol daar bij ons op bezoek in de stoel van mijn schoonvader?? Ik kijk nog eens goed. Ja hoor, Henk Krol! Wat zullen we nou beleven? Wat moet die man hier? Uh, oeps… Hij is op de televisie en die stoel staat er vlak naast. Word ik scheel? Versimpel ik? Het ziet er zo levensecht uit, dat ik heel even in mijn eigen veronderstelling trap. In januari waren we op Curaçao en Henk Krol zat ook in ons hotel met zijn partner. Hij lag elke dag vrij dicht naast ons op het strandje. Niet dat we met elkaar in gesprek raakten, je kon wel aan de gang blijven daar, met al die BN’ers. Ik vond mijn boek trouwens leuker dan Henk en hij vond zijn boek vast ook leuker dan mij. 

 

Stel je het ondenkbare voor: dat hij toch ineens in het echt in onze woonkamer zou zitten. Dan was ik blij geweest, want hopelijk kwam hij dan het boek terugbrengen dat ik tijdens onze laatste dag op het strand had laten liggen. Mijn naam en adres stonden erin. Een boek van Lucinda Riley, ook dat nog. En ik had het nog niet uit! Dus moest ik het opnieuw bestellen. Niets is irritanter dan dat je niet weet hoe een sappig verhaal afloopt. Helaas, Henk mag helemaal niet hier op bezoek komen tijdens deze bizarre dagen, die zich langzaam aaneenrijgen tot waarschijnlijk maanden. Ik biecht Man op dat ik dacht dat Henk bij ons op bezoek was en dat ik dit best leuk gevonden zou hebben. Je raakt toch wat op elkaar uitgekeken en soms vinden we van elkaar dat we zeuren. Dus zo langzamerhand maakt het me weinig meer uit wie er hier langs komt, áls er maar iemand zou komen. Desnoods Lil’ Kleine. Of nee, die niet. Officieel heet hij Jorik Scholten, wat ik veel leuker vind klinken. Waarom in vredesnaam Lil? En van achteren Kleine? Je zal een typefout maken en een u tikken in plaats van een i. Dan krijgt die voornaam ineens een soort betekenis en krijg je bij de achternaam een wonderlijk beeld door, gecombineerd met de voornaam – ben ik nog te volgen? Goed. Geen Lil hier dus. Dat brengt me bij een vraag: welk bekend iemand zouden jullie, opgehokt in huis, kinderen en kleinkinderen buiten beschouwing gelaten, ter afleiding graag op bezoek krijgen? Ik trap af: André Kuipers. Ik hou van zijn kijk op het leven en de aarde. En hem dan natuurlijk meteen een ticket aftroggelen voor een ruimtevlucht. Ooit. 

 

Door: Wieke Biesheuvel

Wieke Biesheuvel werkte en woonde zes jaar in Zambia, is nu voorgoed terug en probeert het Nederlandse leven weer onder de knie te krijgen. Waarbij ze beurtelings verbaasd, boos, dolgelukkig, verward of blij is.

Afbeelding van Wieke Biesheuvel