Wieke is bang voor enge mensen

 

Op zaterdagavond hoorden we het belletje van het alarmsysteem weer. We zaten net naar een enge serie te kijken.

 

Fijn hoor, een systeem in Man zijn telefoon, dat elke beweging op ons tuinpad op camera registreert. Vaak is het een kat, of een vergeetachtige eekhoorn die op zoek is naar zijn eerder verstopte eikels. Op zaterdagavond hoorden we het belletje van het systeem weer. We zaten net naar een enge serie te kijken. ‘We doen niet open hoor’, waarschuwde ik Man. Er werd niet aangebeld, dus waarschijnlijk was het weer een kat. ‘Nee, maar ik kijk toch even’, zei hij en pakte zijn mobiel. ‘Ik zie iemand die om het huis loopt’, meldde hij. We zagen hem de hoek omslaan naar de keuken. Na een minuut kwam hij terug. Weer het belletje. Hij stampte door de planten naar het raam van een voorkamertje en tuurde lang naar binnen.

 

Nu ben ik niet bang uitgevallen als het om dieren gaat. Wat een paar jaar geleden best eng was, maar wat we niet zo hebben ervaren: een olifant, die op drie meter langs ons kuierde terwijl wij op een kleedje bij de rivier aan de cola zaten. Ik hoorde geritsel en keek om. Een enorme kolos, die zo zacht kan lopen dat je hem nauwelijks hoort. Op dat moment dachten we niet: o wat eng. Stil blijven zitten, wisten we, dan gebeurt er meestal niets. Er gebeurde ook niets. We vonden het bijzonder. Wij nietige schepsels, op bezoek bij deze olifant. Het was zijn tuin en als je niets agressiefs doet, doet hij dat ook niet.

 

Maar voor enge mensen ben ik bang. We zagen hem onze planten plat trappen en ik zag al een opsporingsteam gipsafdrukken maken van zijn schoenzolen. Ik werd wat trillerig. ‘Ik bel 112’, zei ik. ‘Ben je gek, die zijn daar niet voor,’ vond Man, ‘die vent kan echt niet naar binnen, hij komt alleen kijken of dat wèl kan en of er wat te halen valt.’ Ik belde de politie en kreeg de meldkamer. Daar namen ze het serieus en gaven de toestand door aan de plaatselijke politie. Heel tof, die belden snel terug. Of we het filmpje konden mailen, zodat ze een screenshot mee konden sturen met de patrouillewagens. En ze beloofden extra surveillance.

 

Jullie weten het vast, alles wat eng is wordt ’s nachts griezeliger dan griezelig. Ik kon niet slapen, want bij elk kraakje dacht ik: daar heb je hem weer, hij heeft versterking gehaald. Toen ik eindelijk wegsufte, droomde ik dat mijn mond met duct-tape werd vastgeplakt en dat ze me in een kast stopten, polsen en enkels ook met tape omwikkeld. In films ligt er dan altijd toevallig net iets scherps, waarmee je de boel los kunt maken. Bij mij niet. Ik wilde gillen en er kwam geen geluid uit mijn keel. De enge man was er vandoor met mijn pinpas. Met een verkeerde code, dat wel. En dit alles omdat er een meneer even door ons raam heeft gekeken. Maar toch hè? Doe mij maar een olifant in de tuin. Die heeft nooit duct-tape bij zich en pinpassen lust hij niet.  

 

Door: Wieke Biesheuvel

Wieke Biesheuvel werkte en woonde zes jaar in Zambia, is nu voorgoed terug en probeert het Nederlandse leven weer onder de knie te krijgen. Waarbij ze beurtelings verbaasd, boos, dolgelukkig, verward of blij is.

Afbeelding van Wieke Biesheuvel