Weet je nog van toen we maar twee zenders hadden en geen afstandsbediening?

 

Ik zal het niet zeggen, dat vroeger alles beter was. Dat zeggen alleen oude mensen, toch? Maar soms denk ik het wel. 

 

Als ik via internet allerlei ellende te zien krijg dat ik eigenlijk liever niet had willen weten, dan kan ik het niet laten en vergelijk ik het even met hoe ik opgroeide. Zonder internet, computers of mobieltjes. Nieuws hoorde je alleen op het achtuur-journaal daar bleef het wel bij. Opgroeien ging zorgeloos. Natuurlijk was er ook oorlog, armoede en ellende, maar je kreeg daar veel minder van mee. De tv had nog maar twee zenders en er bestond geen afstandsbediening. Wilde je van Nederland 1 naar Nederland 2, dan moest je opstaan. Van zappen had nog nooit iemand gehoord. We keken naar de Wiekentkwis, het Kleine huis op de prairie en Swiebertje. Warme, knusse tv.

 

Van roken ging je nog niet dood, of nou ja, dat wisten we in ieder geval nog niet. Als er een verjaardag was, stonden de sigaretten in glaasjes op tafel. We vlogen niet de hele wereld over, maar gingen hooguit twee weken met de auto naar Oostenrijk. Mijn moeder was nog helemaal niet geëmancipeerd. Ze had geen rijbewijs en als ik uit school kwam was ze gewoon thuis. Wat vrouwen van nu waarschijnlijk als een nachtmerrie zien, maar voor mij als kind was het een heerlijk veilig gevoel. ’s Avonds stopte zij me in, onder een deken en laken, lekker stevig. Laatste kus, aai over m’n bol. Beneden hoorde ik mijn ouders koffie drinken, en met die geluiden viel ik in slaap. Helemaal veilig.

 

Veilig. Dat was volgens mij het keyword van mijn jeugd. Natuurlijk is er veel veranderd en verbeterd sinds die tijd. Vrouwen hoeven niet meer achter het aanrecht, de wereld staat voor ons open. We kunnen altijd en overal werken, mailen en appen. En we weten alles wat er in de wereld aan de hand is, nog bijna voor het gebeurd is.

 

Maar de rust en veiligheid zijn we wel een beetje kwijtgeraakt. We worden overladen met alle narigheid in de wereld. Als ik naar mijn kleindochter kijk, die bijna één jaar oud is, nog zo klein en onschuldig, wil ik haar behoeden voor alle onrust en verdriet in de wereld. Ik wil haar instoppen onder een warm dekentje, warme chocomel maken na een middagje schaatsen, samen kinderfilms kijken die altijd goed aflopen en zorgen dat ze zich altijd veilig en geliefd voelt. De eerstkomende jaren moet dat toch nog lukken?