Of Machteld en haar man voorbereid waren op de adoptie?

 

‘Kom maar op,’ riepen wij. ‘Wij zijn er klaar voor en kunnen de wereld aan.’

 

 

 

‘We waren nogal idealistisch ingesteld toen we, nu meer dan dertig jaar geleden, de adoptieprocedure ingingen. Of we het heel zeker wisten. Of we er ook rekening mee hielden dat niet elk kind even makkelijk is. Of we ons realiseerden dat kinderen een heel eigen karakter meebrengen en dat gedrag dus niet alleen maar afhankelijk is van opvoeding. Of we voorbereid waren op het feit dat ons kind er straks allesbehalve Hollands uit zou zien en misschien wel gepest zou worden op school. Of dat er erfelijkheden waren waar we nu niets van afwisten en later wel mee moesten dealen.

 

‘Kom maar op,’ riepen wij. ‘Wij zijn er klaar voor en kunnen de wereld aan.’

 

De dag dat we naar het andere einde van de wereld vlogen om onze dochter op te halen waren we in alle staten en het moment dat we haar voor het eerst in onze armen hielden, liepen we over van geluk. Ze was magertjes en huilerig. Had met haar zes maanden al meer meegemaakt dan de meeste kinderen na zestien jaar. ‘Geduld,’ zei het bureau toen ze aan ons werd overgedragen. ‘Heel veel geduld’ moesten we hebben. Onze dochter had vast en zeker tijd nodig om te wennen.

 

Maar dat viel mee. Zo lang er maar genoeg flesjes ingingen hoorden we haar niet en sliep ze het grootste gedeelte van de tijd. Waarschijnlijk had ze al heel jong honger geleden en was dat de reden, namen we aan. Maar naarmate ze ouder werd, werd eten steeds belangrijker voor haar en nog voordat ze in de puberteit kwam was eten een pure obsessie geworden. Ze was veel en veel te zwaar, werd met haar figuur gepest op school en raakte daardoor geïsoleerd. Bovendien had ze heel veel moeite met leren. Twee keer deed ze een klas over op de lagere school en toen ze de zesde klas eindelijk had afgerond zat er eigenlijk niet eens mavo in. Tegen die tijd woog ze met haar 1.60 meter meer dan 90 kilo. Haar gezondheid was in gevaar als ze niet zou afvallen.

 

Wij konden er geen grip op krijgen…

 

Toen ze zestien was werd ze opgenomen in het ziekenhuis. Daarna verhuisde ze naar een kliniek waar ze ook psychische begeleiding kreeg, maar thuis ging het telkens weer mis. Na jarenlang van de ene in de andere crisis gerold te zijn vonden we haar op een dag op haar kamer. Autopsie wees uit dat ze was overleden aan een hartinfarct. We waren in shock. In de rouw. Ontroostbaar omdat we het gevoel hadden dat we hadden gefaald. Een jaar na haar dood sprak ik voor het eerst uit wat ik al heel veel jaren alleen maar had durven denken: ‘Als we dit geweten hadden…’ Mijn man keek me aan en knikte. ‘Het geeft niet,’ zei hij. ‘We hebben echt heel erg ons best gedaan. Ik denk niet dat we onszelf iets kunnen verwijten.’ Als ik heel eerlijk ben voel ik naast al dat verdriet ook een soort van opluchting dat we eindelijk niet meer hoeven te strijden. Eindelijk rust. Per slot van rekening zijn we ook maar gewoon mensen.’

 

 

‘Misschien heb je dit artikel al eerder gelezen op Franska.nl. Omdat we blijven groeien willen we deze mooie verhalen ook graag delen met onze nieuwe lezeressen. Wil jij ook iets delen met onze lezeressen, mail je verhaal dan naar info@franska.nl.’