voor De moeder van Tanja Groen

 

Heb jij gisteren ook zo aan de moeder van Tanja Groen gedacht?

 

Je zwaaide je meisje uit toen ze naar een ontgroeningsfeest ging, je vroeg haar om voorzichtig te doen, ze had waarschijnlijk ‘jahaaa mám’ geroepen en op de hoek toch even omgekeken en je een lach toegeworpen. Natuurlijk zou ze oppassen, dat wist je nou toch onderhand wel.

 

Zo zal het zo ongeveer gegaan zijn zevenentwintig jaar geleden. Die avond begon het roepen in je hoofd. De onrust. Ondraaglijk zo zei je vandaag.

 

Af en toe was er “hoop”. Niet op leven, maar wel hoop op duidelijkheid. Een fiets werd gevonden in de rivier. Maar niet Tanja’s fiets.

 

Gisteren werd het meest lugubere denkbaar onderzocht. Zou haar lichaam zijn gedumpt in een graf dat nog open lag? Als dat zo is, gaan we heel erg gebak eten, zei je op het Journaal.

 

Je antwoord zou, te, luchtig hebben geleken als het niet visueel vergezeld was gegaan met je trillende kin. Eindelijk een einde aan het geroep in mijn hoofd, zei je.

 

Duidelijkheid en nooit meer hoop is fijner dan zevenentwintig jaar onwetenheid. Ik bewonder je moed en gun jullie een antwoord, al is het erger dan had je kunnen vrezen.

 

May-Britt

Door: May-Britt Mobach

Afbeelding van May-Britt Mobach