Vette pech

 

Ruit ingeslagen en de hele auto leeggeroofd. Denk je dat je op een veilig plekje logeert.

 

De eerste keer in de Provence logeerden we in een Logis-de-France hotelletje op het platteland. Knus tussen de boeren. Best saai, maar ach, overdag konden we naar de dorpjes in de buurt. Mougins bijvoorbeeld, waar we meteen na aankomst naartoe gingen en bleven eten. De eerste ochtend werden we uit onze slaap gerukt door een keihard rinkelende telefoon. Waarschijnlijk een vergissing, dachten we. Maar niks hoor. Een opgewonden mevrouw van de receptie met wat luid pratende mannen eromheen aan de andere kant van de lijn. Ze was volledig in paniek en kwam zelfs niet echt goed uit haar woorden. Kan ook zijn dat m’n oren het nog niet goed deden, of dat ik nog niet ingesteld was op Frans op dit uur van de dag. In elk geval was het de bedoeling dat we zo snel mogelijk naar beneden kwamen. Dat was me wel duidelijk.

 

Hum

 

Autoruit ingeslagen en auto helemaal leeggehaald. Alles wat we niet mee naar boven hadden gezeuld was foetsie, verdwenen. Alleen de lavendelzakjes die ik als souvenir had gekocht die eerste dag lagen er nog. Lekker hoor, op de vrijdagochtend, vlak voor het weekend. Een auto die nergens meer kon staan, omdat ‘ie niet dicht kon. Meteen realiseerde ik me, dat ik de avond ervoor bij aankomst iets gehoord had. 

 

 

En ik dacht nog, wat hoor ik daar nou in de struiken, dat moet een groot beest zijn, maatje everzwijn of zo, want het ritselde flink. Zal dus die dief geweest zijn. En waarschijnlijk schuw, want toen ik om me heen keek of ik iets zag, hoorde ik meteen niets meer. Hij zal wel banger voor mij zijn geweest, dan ik voor hem. Geen melding van gemaakt. Ik hoor altijd wel iets ritselen of kruipen. En verdorie, in Italië ben ik altijd op m’n hoede, maar in dit knusse gebied midden op het platteland voelde ik me dus ten onrecht compleet veilig.

 

Als de bliksem naar de dichtstbijzijnde grote stad dus, voordat het weekend werd. Dat werd Nice en daar was gelukkig een Peugeot-garage. En de schatten wilden de ruit meteen vervangen. De auto moest daar wel de rest van de dag blijven en dus gingen wij van ellende de stad maar in. Werd me toch een leuke dag! 

Binnen een paar stappen zaten we op de markt, waar we lekker ‘socca’ hebben zitten eten bij een kraampje en de wijn mochten we in het cafeetje verderop zelf regelen. Gezellig. Moet je ook een keer proberen, die socca, als je in Nice bent. Verder heerlijke olijfolie in prachtige blikken gekocht bij Alziari. En ’s avonds met de auto gewoon weer terug naar het hotelletje. De dief in kwestie zou nu wel begrijpen dat er niets meer te vinden was in die auto. En… gratis geparkeerd in Nice, haha.

 

Ik heb toen dus wel een soort Provence-vrees opgelopen. Natuurlijk weet je dat je in Marseille en in andere grote steden op je tasje moet passen, maar dat zoiets op het platteland zou gebeuren… Sindsdien wil ik alleen nog maar een hotel met afgesloten garage. En laat ik sowieso niet eens meer een regenjas onder de achterklep liggen.

 

 

Door Franska

Beeld: GettyImages Fotografie portret: Esmee Franken. Visagie: Linda van Ieperen. Haarstylist: Mandy Huijs.

witte-balk-met-bol-franska