Typysk Frysk

 

Deze week doen we het op z’n Fries. Dus hier Franska’s enige echte Friese woordenles. 

 

 

Ohh, Friesland. Héérlijk is het daar. De Fryske marren (Friese meren), Fryske dùmkes (het allerlekkerste) en natuurlijk de Fryske taal. Deze week doen we het op z’n Fries bij Franska.nl. En daar hoort dan natuurlijk ook een woordenboek bij. 

 

Gelukkig hebben we hier op de redactie onze fantastische vormgeefkracht, Selisa, die uit dit mooie deel van ons land komt. Want eerlijk is eerlijk. Fries kan ik niet. Dus zij heeft me even op weg geholpen. Hieronder dus de leukste, grappigste, en raarste woordjes uit deze bijzondere taal. Volgende keer dat ik er ben, merkt niemand dat ik er niet vandaan kom. 

 

Woorden

  • Donder del doekje – Parachute 
  • Leech by de grûn frette – Picknick 
  • Foar de harses fege – Tik in het gezicht krijgen
  • Twallingputsje – BH – Tweeling putjes
  • Bôlebruner – Broodrooster
  • Gnyskje – (grijns)lachen
  • Bêst genôch – Goed 
  • Wat ite wy hjoed? – Wat eten we vandaag?
  • Oant Moarn – Tot morgen 
  • Jirpel – Aardappel
  • Tútsje – Kusje
  • Televyzje sjen – Televisie kijken
  • Sneupen – Even door de winkel snuffelen
  • Wêk – Zacht

 

Zinnen

  • Heb je de slaap al uit – Ben je al wakker?
  • Super Nuver – Ja, zeker apart
  • Ik mag er wel over – Je geeft aan dat je ergens van houd
  • Heb je ook zo’n last van neven op je slaapkamer? – Heb je last van muggen op je slaapkamer?
  • Ik ben uit de lijken – Ik ben doodmoe
  • Het wil me niet aan – Je gelooft het niet
  • As ’t net kin sa’t it moat, dan moat it mar sa’t it kin. – Als het niet kan zoals het moet, dan moet het maar zoals het kan.)

 

 

En voor de echte fanatiekelingen onder ons, als je deze zin goed leert zeggen, ben je dus een échte Fries: 

 

Bûter, brea en griene tsiis, wa’t dat net sizze kin is gjin oprjochte Fries

 

 

 

Door Danique van Leeuwenstijn