Gevaarlijke kruising

 

Tineke ziet de ouders van een scootermeisje omkeren. En de rollator van de dame wegtrekken.

 

‘Kijk dan uit, trut’, roept het scootermeisje als ze de mevrouw schampt op het zebrapad.

 

Mevrouw is niet zo snel meer en bovendien staan de stoplichten hier wat krap afgesteld. De laatsten die lopend oversteken, zijn nóóit op tijd aan de overkant voordat de eersten alweer mogen rijden.

Het is hier – na plaatsing van nieuwe strepen, borden en lichten – eigenlijk een gevaarlijke kruising geworden. En er vallen nu méér slachtoffers en harde woorden dan eerst.

Maar de mevrouw op het zebrapad is geen slachtoffer. Zij is dapper.

Ze blijft op de strepen staan en zet haar handen in de zij. En iedereen, die met mij blijft staan wachten, houdt zijn hart vast, omdat ze daarvoor óók haar rollator moet loslaten.

 

‘Je kan net zo goed even wachten, wijffie’, roept ze dan naar het meisje dat haar zojuist nog trut noemde. ‘Als je zo’n haast hebt als jij, dan gaat het leven erg snel.’

 

Ze kijkt het kind nu even doordringend aan.

 

‘En voor je het weet, ben je dan net zo oud als ik,’ doceert ze dan verder.

 
De lichten verschieten nu wederom van kleur, maar we blijven allemaal even stilstaan bij wat er zojuist is gezegd.

 

Een man naast mij haalt zijn vinger langs de fietsbel, maar dat klinkt nu eerder als een bonusdeuntje dan dat het aanspoort tot opschieten. En even verderop zie ik dat het stel, dat samen met het scootermeisje reed, de scooter nu omkeert en terug komt rijden.

 

‘Zeg stoephoer’, schreeuwt de man die voorop zit, al van ver. ‘Sta jij me dochter te beledigen?’

 

Een forse dame, die achterop zit, houdt nu met haar voeten de scooter in evenwicht, terwijl hij de rollator van de mevrouw – met tas en al – wegtrekt.

 

Dit hebben ze vaker gedaan, want het ziet er geroutineerd uit! Ik zet dus mijn fiets maar, alvast, op de standaard. En als de dame achterop dat ziet, begint zij tegen mij.

 

‘Ga jij je d’r ook nog effe tegenaan bemoeien?’ wil ze weten.

 
‘Eh, nee,’ stotter ik op mijn hoede. Want ik word toch een beetje onrustig van het gewicht dat ze in de schaal legt.

 

‘Dan is het goed’, keurt ze mijn antwoord. ‘Want niemand komt aan me kind. Dat je dat effe weet!’

 

‘Ik kan namelijk érg slecht tegen onrecht!’ verduidelijkt ze dan ook nog even.

 

Arm scootermeisje, denk ik dan.

 

Dit zullen je ouders maar zijn. Lijkt me een érg gevaarlijke kruising.

 

 

Bij veel van wat ze dagelijks tegenkomt filosofeert én associeert Tineke (schrijfster/moeder/fotograaf/toneelregisseur/echtgenote) erop los.

Fotografie portret: Esmee Franken, Visagie Linda van Ieperen, Haarstylist Mandy Huijs