‘Het heeft geen haast, het mag ook in je vakantie’

 

De was, de boodschappen, de stomerij en de sociale contacten van Tinekes moeder. Het moet allemaal gebeuren en wel nú. Wachten ken niet.

 

‘Kan ik dit wasgoed meenemen, Mam?’

‘Nee, dat ken nog niet. Dat moet ik nog sorteren.’

‘Maar dat kan ik toch ook doen? En dan is je lievelingsblouse weer schoon op je verjaardag.’

‘Hoeft niet! Voor mijn verjaardag ga ik een nieuwe kopen.’

‘O, leuk! Komt die mevrouw met die kleding weer langs?’

‘Nee, die ken niet meer. We moeten dus nog effies de stad in. Maar dat ken wel gelijk met de boodschappen, dan. Zet je mij meteen effe af bij je broer, drink ik daar thee als jij de boodschappen haalt, en dan pik je me op de terugweg weer op. … Anders blijf je maar heen en weer rijden!’

 

‘Mam, ik heb nog meer te doen, hoor!’

 

‘Eh, … ja. Maar ik heb het volgende week nogal druk, dus dat moet dan wel deze week gebeuren!’

‘Deze week ken niet, want dan heb je broer nog vakantie. En dan heb ie natuurlijk geen tijd voor thee!’ 

‘Wat ligt hier nou, Mam? Van wie is dit?’

‘O, dat is het manuscript van buurman Groot ze kleindochter.

Kan je haar? Ze schrijft ook!

Dus ik zeg: geef maar mee. Kijkt mijn dochter d’r wel effies naar.’

‘Mam! … Het zijn 500 pagina’s!! Daar heb ik toch geen tijd voor?!’

‘Het heeft ook geen haast, meissie. Het mag ook in je vakantie!

Is die toilet al schoon? Ken ik al? O, en kijk je ook nog effies naar die brief van de bank? Volgens mij proberen ze me op te lichten!’

‘Daar kijk ik wel naar als ik je administratie doe. Goed?

Wil je weer die groene deken op je bed? En zitten je medicijnen eigenlijk al in je weekdoos?’

‘Nee, mijn pillen moeten nog!

O ja, en ken je dan meteen dat keukenkastje schoonmaken? Het bovenste plankje kleeft een beetje.’

‘Eh, ja. En waar is die jas, die naar de stomerij moest? Dan stop ik die meteen in mijn tas.’

‘In je tas?? Nee, hoor!! Die jas moet op een hanger worden vervoerd! En als dat niet in jouw autootje ken, dan leen je maar effies de bus van je broer. Vindt ie niet erg. Daar kan ik hem goed genoeg voor.’

‘Mam, ik heb nog meer te doen, hoor! Hij gaat nu in een tas en dan zal ik hem hangend weer ophalen. Oké?’

‘Oké. Maar dan wel in zo’n mega-tas! Hij mag alleen in een tas, als ie in zo’n héle grote multi-tas ken.’

 

Bij veel van wat ze dagelijks tegenkomt filosofeert én associeert Tineke (schrijfster/moeder/fotograaf/toneelregisseur/echtgenote) erop los.

Fotografie portret: Esmee Franken, Visagie Linda van Ieperen, Haarstylist Mandy Huijs