Je blijft leren

 

‘Je moet eens leren om niet zoveel energie in nutteloze zaken te steken’, zei een vriendin tegen mij. 

 

 

 

Doe ik dat dan?, vroeg ik me af. Maar zij vond blijkbaar van wel.

 

Nou, maar eens aandacht aan schenken dan. Ik ben namelijk best wel moe en steek inderdaad veel tijd en energie in van alles en nog wat.

 

Maar nutteloze dingen? Wat is dan nutteloos, en wat niet? En hoe hou ik die uit elkaar gedurende de dag waarin nogal wat aanvragen binnenkomen voor wat tijd en energie van mijn kant? Hoe pak ik dat aan? En hoe doen anderen dat?

 

Ik begon dus maar eens met niet meer meteen opspringen, maar eerst even te zwijgen, dan diep ademhalen, en wellicht eens ‘nee’ zeggen als iemand mij om hulp vroeg.

 

En wat viel me toen op? Ik bleek volkomen uit mezelf al energie, tijd en aandacht in van alles en nog wat te steken. Óók als niemand erom vroeg. En dat was wel even een dingetje om te ontdekken.

 

Ik blijk de hele dag te scannen wie iets nodig heeft en dat dan alvast in orde te maken voordat iemand aangeeft dat hij dat ook echt wil. Doodvermoeiend. Niet alleen voor mij, maar misschien ook wel voor die ander.

 

Dat moest dus anders!

 

Als het regent hoef ik echt niet alvast een parapluutje klaar te zetten voor iedereen die naar buiten wil. Als het sneeuwt zijn er ook anderen die het stoepje kunnen vegen, als het waait hoef ik echt niet ieders spullen te redden en als de zon schijnt hoef ik heus niet altijd degene te zijn die alvast de kussens in de tuinstoelen gooit voor het geval iemand straks buiten wil zitten. En ik open meestal dan ook alvast een parasolletje opdat je niet verbrandt, zet het flesje met factor 50 alvast klaar om huidkanker te voorkomen, en als je op de fiets een bakkie bij mij komt halen staat het koude water al voor je klaar met een schijfje citroen erin. Vind je vast lekker! Kiwietje erbij voor de vitamientjes? Want ach, je hebt zo’n eind gefietst, meid. Ga maar lekker zitten. En als je dan zit, zal ik je schoenen ook nog even poetsen! Ik hou maar niet op.

 

Ik schijn dat geleerd te hebben toen ik nog klein was. Ik moest mijn hele jeugd voortdurend scannen hoe de pet van mijn vader stond en ik ben dat mijn leven lang blijven volhouden bij andere mensen ook.

 

Heb je het naar je zin? Want als jij het naar je zin hebt, laat je mij hopelijk met rust, en zijn de kwetsbaren in mijn buurt ook weer even beschermd.

 

Maar dat kan dus ook doorslaan! Er zijn zelfs mensen die dat helemáál niet lief noemen, maar het zelfs irritant vinden. Bemoeierig, regelzuchtig en bazig. En zo wil ik helemaal niet zijn.

 

Dus nam ik mezelf voor om niet meer alles op voorhand alvast te regelen. Om me in te houden en eerst af te wachten of iemand mijn hulp wel wilde. Of het wenselijk was dat ik me inzette om de sfeer, de klus, of het leven wat aangenamer te maken. En toen kreeg ik het inderdaad een stuk rustiger.

 

Maar er werden ook mensen boos! En dat was wel even slikken.

 

Want wat bleek? Er waren ook mensen aan gewend geraakt dat je mij maar een hint hoefde te geven om me te mobiliseren.

 

Als jij tegen mij zegt: ‘Ik ga even thee voor je inschenken, en dan hang ik nog snel even een wasje op’, dan heb ik je wasje al hangen voordat jij de Rooibos hebt gevonden. En daar gaan mensen best wel snel op rekenen, zo blijkt.

 

Nu moet ik dus wéér scannen. Niet meer op de blik, houding en het humeur van mijn vader, maar op de verwachtingen die ik zelf bij anderen heb gecreëerd.

 

Tsss. Je blijft leren, zeg maar.

 

 

 

Door: Tineke

Tineke is schrijfster van de boeken “Toch?” en “Stof Genoeg” en ze blogt ook zo nu en dan. Ze woont op het platteland met één (leuke) man, twee (lieve) kinderen, drie (onbespeelde) muziekinstrumenten, vier (wisselende) mantelzorgprojecten, een (bijna) vijfde boek, haar zesde (luie) kat, en (dus) ongeveer zeven muizen.

Afbeelding van Tineke