Over de tandheelkundige zorg van toen en nu

 

En wat je van iemands lach allemaal kunt aflezen.

 

 

 

Het moment dat ik voor het eerst ouder was dan de meeste andere mensen om me heen – wie weet was ik ook wel de oudste – herinner ik me nog als de dag van gisteren. Het was in een kroeg op een vrijdagnamiddag waar het na genoeg biertjes leek alsof er niemand was zonder hagelwit, puntgaaf, superregelmatig en kaarsrecht gebit. Iedereen om me heen die zijn tanden bloot lachte, ongeacht of het een jongen of een meisje was, deed dat voluit. De generatie van de mondhygiëne en de op en top tandheelkundige zorg, drong het tot me door. De generatie die niet bang is voor de tandarts, de kinderen van de gesealde kiezen, de lichting van de beugeltandarts, de meisjes van de gebleekte tanden.

 

Of het zo erg met mij en mijn gebit gesteld is dat ik dit voor me uit stond te mijmeren op die lang vervlogen vrijdagnamiddag in de kroeg? De schooltandarts bezorgde me levenslange trauma’s en de dorpstandarts richtte zoveel schade aan dat ik bij mijn latere Amsterdamse tandarts het bedrag van een goede middenklasser moest neertellen om de boel weer gezond te laten maken. Gezond inderdaad. Want ook die middenklasser was niet genoeg om het er te laten uitzien alsof er nooit iets gebeurd was. Zie het als een inhaalslag die nooit de suggestie van ongeschonden schoonheid kon wekken maar bleef steken op het punt van ziet er verzorgd uit.

 

Terug naar de jongens en de meisjes van de mooie tanden in die kroeg, die mogen achteraf van geluk spreken. Want niet lang na de onverwoestbare gebitten als gevolg van de uitmuntende tandheelkundige zorg die bij dat tijdsbeeld hoort, kwam de klad in ons zorgstelsel en viel de tandarts buiten de boot. Laatst zag ik daar in de tram het gevolg van bij een groepje uitgelaten pubermeisjes. Het was lang niet meer een en al hagelwit en kaarsrecht wat me tegemoet straalde. Nee. Dit was de generatie van soms was er thuis genoeg geld voor de tandarts en soms ook niet. De generatie van de halfjaarlijkse controles die jaarlijkse controles waren geworden – en dat nog alleen als het meezat – en de generatie van de gebitten die stiekem verraden of je ouders een beetje goed in de slappe was zaten of geen cent hadden om aan hun kont te krabben.

 

Zo erg was het zelfs in mijn tijd niet. Ik kom namelijk nog gewoon uit de tijd dat de tandheelkundige zorg erbij bungelde omdat die nog heel erg in de kinderschoenen stond en geen kwestie was van hoe dik de portemonnee van mijn ouders was.

Door: Brigitte Bormans

Brigitte werkte jarenlang als culinair journalist en schreef twee kookboeken. In 2004 werd ze directeur/eigenaar van Erfgoed Logies. Maar zonder schrijven kan ze niet. Gelukkig zag Franska wel iets in haar columns, kwam van het een het ander en mag er nu ook over andere zaken worden geschreven.

Afbeelding van Brigitte Bormans