oppassen

 

Pim moet naar het ziekenhuis. Hij gaat zich in zijn zak laten snijden.

 

‘Is dat wel verstandig nu?’ vraag ik bezorgd, en met een beetje eigenbelang: na deze operatie mag hij een week geen seks.

 

‘De arts zegt dat het kan,’ zegt hij. ‘En ik wil dit niet langer uitstellen.’

 

Dus zit ik voor het eerst in mijn leven alleen met twee kinderen. Ik stel voor om te gaan kleuren en goddank vinden ze dat een goed idee. We zitten aan de keukentafel en zij maken een tekening voor papa.

 

‘Papa zijn piemel gaat eraf,’ zegt Kim.

 

‘Niet,’ zegt Tom, ‘alleen zijn zaadjes gaan eruit. Dan krijgt hij geen kinderen meer.’

 

Ze tekenen zwijgend door.

 

‘Ik wilde wel een zusje,’ zegt Kim. ‘Alleen een broertje is stom.’

 

‘Ik wilde nog wel drie broertjes,’ kaatst Tom terug. ‘Om te voetballen. Meisjes kunnen niet voetballen.’

 

‘Meisjes kunnen veel beter voetballen juist!’ Kim raakt verhit. ‘Ons team was bijna kampioen!’

 

‘Bijna,’ zegt Tom, ‘maar dus net niet. Omdat ze het niet kunnen.’

 

‘Wel!’

 

‘Niet!’

 

‘Jongens, jongens,’ zeg ik, terwijl de paniek door me heen schiet, ‘we zijn toch leuk aan het tekenen nu?’

 

‘Wij zijn geen jongens,’ zegt Kim nuffig.
‘En wij kunnen best tekenen en ruzie maken tegelijk,’ zegt Tom.

 

Tom tekent zijn vader: een mannetje met een groot omzwachteld gevaarte tussen zijn benen.

 

‘Dat is zijn piemel,’ wijst Tom. ‘Die zit in het gips.’ O mijn god. Moet ik daar wat van zeggen?

 

‘Leuk,’ piep ik. ‘Nu misschien een mooie bos bloemen?’ ‘Bloemen?’

 

Ze kijken me aan alsof ik gek ben.

 

‘Wat heeft papa nou aan bloemen?’

 

‘Ik teken mama,’ zegt Kim. ‘Mama kan goed voor anderen zorgen.’

 

Juist. Daarom heeft ze je ook bij ons gedumpt, denk ik bitter. Maar ik zeg het natuurlijk niet hardop.

 

‘Je kijkt raar,’ observeert Tom. Snel trek ik mijn gezicht uit de frons. ‘Wie wil er wat te drinken?’ roep ik. Ik spring op. Even weg van de tafel.

 

‘Nee bedankt,’ zeggen ze in koor.

 

‘Geen limonade? Jullie houden toch van limonade?’

 

Tom zucht. Kim rolt met haar ogen.

 

‘Ik zei: nee, bedankt.’

 

‘Heb je poep in je oren of zo.’

 

Ik zet een kopje kruidenthee, al wil ik liever een borrel. Ik kijk op de klok. Pim is pas twintig minuten weg.

 

Ik ben tien jaar ouder als hij eindelijk thuiskomt. Hij loopt een beetje wijdbeens, als een cowboy.

 

‘En, hoe ging het hier?’

 

‘Kijk pap, we hebben tekeningen voor je gemaakt!’

 

Hij bekijkt de tekening van Tom met opgetrokken wenkbrauwen. ‘Moest van Stella,’ zegt Tom.

 

Die van Kim laat een blij gezinnetje zien: twee kinderen, man en vrouw. ‘O wat lief!’ zegt Pim. ‘Zijn wij dat, met Stella erbij?’

 

‘Dat is mama hoor,’ zegt Kim gekwetst. ‘Jij vindt mama niet meer lief, maar ze hoort er nog wel bij.’

 

‘Natuurlijk…’ zegt Pim verbouwereerd. ‘En Stella ook, toch? Ze heeft toch goed op jullie gepast?’

 

Ze trekken hun schouders op.

 

‘We kregen niet eens limonade,’ zegt Tom.

 

’s Nachts ligt Pim te draaien en te woelen. Ik verhuis naar de bank. Daar lig ík te draaien en te woelen. Wat doe ik hier? Bij een man met wie ik geen seks mag, bij twee kinderen die me niet willen?

 

Ik word wakker in grauw ochtendlicht. Kim staat naast de bank met een betraand gezicht.

 

‘Hebben papa en jij nou ruzie?’

 

‘Hoezo?’

 

‘Je slaapt toch op de bank? Ben je boos dat hij geen kinderen meer wil?’

 

‘Joh. Ik ben juist blij.’

 

‘Wil jij geen kinderen?’

 

‘Alsjeblieft niet.’ Het komt er nogal heftig uit. Kim giechelt.

 

‘Jij vindt kinderen stom hè?’

 

‘Ja. Heel stom.’

 

Het voelt goed om het hardop te zeggen. Kim kijkt tevreden.

 

‘Zullen we ontbijt maken?’ stelt ze voor. ‘Dat kan papa nu natuurlijk niet, met zijn piemel.’

 

We maken samen ontbijt. Ik ben nog te slaperig om verbaasd te zijn. ‘Wil je er limonade bij?’ vraag ik.

 

‘Ja graag,’ zegt Kim.

 

 

Door: Stella Laagland