Slettenbak

 

Ngwee is loops. En dat weet iedere hond in de buurt. Dus toen iemand de keukendeur open had laten staan, was ze weg, hup het maïsveld in. Met een hele rits smachtende mannetjes achter haar aan.

 

 

Balen. Onze enorme papajaplant is overleden. Een gemene douw gehad van de wind. Door het omvallen van die zeven meter hoge plant, dwars door de schutting heen, hebben we niet alleen nooit meer papaja’s, maar ook een probleem met onze zwerfhond Ngwee.

 

Alle hitsige hondenmannen kunnen nu de tuin in. Vinden ze top, want Ngwee is ‘in heat’. Loops. Dat heerst. Net als nonnen, die tegelijk ongesteld worden, lijken alle vrouwtjeshonden op onze compound in de prijzen te vallen. Allemaal loops. En nu liggen er vijf smachtende mannetjes voor de deur te huilebalken. Echte volhouders. Vorig jaar kwam Ngwee met haar acht pupjes bij ons wonen. Ze was een goede moeder, maar volkomen uitgewoond. Geen baasje, dus geen eten. En dan moet je je je hapjes zelf bij elkaar ritselen en je leeg laten zuigen door dat puppengespuis. Ze was op sterven na dood.

 

Dat instinct liegt er niet om. Er MOET geflept worden

 

Nu is het een prachtig hondje. Gisteren liet iemand de keukendeur openstaan. Weg was Ngwee en de geile mannen stoven erachteraan. Wij ook. Weleens een loopse hond op slettenbaktoernee proberen te vangen? Lukt niet. Ze stoof een maisveld in, met al die hijgers achter haar aan. Ze kwam weer thuis, duidelijk tevreden. Want die instincten liegen er niet om. Er MOET geflept worden. Ik had even intens medelijden met nonnen over de hele wereld, die lang niet allemaal zo’n maisveld in kunnen. Toen gebeld met de dierenarts in Chipata, een stad negentig kilometer bij ons vandaan. ‘Kom morgen meteen, anders kan ik haar niet meer opereren, dan is dat gebied te bloedrijk,’ zei dokter Mweemba. Nog een dag en een avond volhouden: ‘Néé Ngwee, niet naar buiten, wij willen niet dat je met die jongens omgaat.’ En we willen ook geen pupjes meer. Zij ook niet, als ze een beetje nadenkt.

 

Spannend ritje dus morgen, met Ngwee in de auto. Daar heeft ze nog nooit in gezeten en een riem wil ze ook niet om. Ik neem onze hulp mee, anders red ik het niet. Ik zie al voor me, hoe ze over de bank op mijn schoot springt terwijl ik net een kudde geiten moet ontwijken. Wat zal ik blij zijn als het achter de rug is. Met een ongestelde non in de auto heb je dat gelazer niet.

 

 

Wieke Biesheuvel is columnist bij Libelle, schrijft boeken, woont in Zambia en helpt de plaatselijke bevolking met medewerking van haar vriendinnen hier aan waterputten.