De rest van de dag voelde ik me een enorme oliebol

 

 

Miriam en haar collega’s hadden een goede grap bedacht, ze zouden allemaal de lelijkste kersttrui aantrekken die ze konden vinden…

 

 

Vorig jaar kocht ik hem. De afschuwelijke kersttrui. Hij is rood. Van nepwol. Er prijkt een sneeuwpop op. Hij is écht spuug- en spuuglelijk. Ik was er als een kind zo blij mee.

 

Dat zat zo. Ik heb een vriendin met een heel leuke winkel in bijoux en horloges. In drukke periodes spring ik graag bij en in december is het er een gekkenhuis. Vorig jaar bedachten mijn collega’s en ik dat het héél erg leuk zou zijn als wij op de laatste dag voor kerst allemaal in een afschuwelijk lelijke kersttrui rond zouden lopen. In onze groeps-whatsapp stuurden we elkaar foto’s van de meest vreselijke truien. Elke winkel struinden we af op zoek naar de stomste trui denkbaar. De een was nog afzichtelijker dan de andere. Van truien met glitters tot en met truien met teksten die verwezen naar kerstmis, maar dan héél erg dubbelzinnig.

 

Hij kromp al als je er naar keek

 

Ik had lol. O mijn god, wat bleken er véél lelijke exemplaren te bestaan. Na een lange zoektocht naar het perfecte exemplaar kocht ik er uiteindelijk eentje die werkelijk alles had wat ik lelijk vind. Én een lelijke kleur rood, én gemaakt van lelijk materiaal dat al krimpt als je ernaar kijkt, én dan ook nog een lelijke lachende sneeuwpop mét sneeuwvlokken. Voor 39 euro belandde hij in mijn kledingkast. Ik vind dat nog steeds 39 euro te veel voor een trui die ik maar één keer aan zou trekken, maar de voorpret was het me allemaal waard.

 

Op de een-na-laatste dag voor kerst sloten wij de winkel af en bij het afscheid nemen drukten wij elkaar op het hart om er morgen zo fout mogelijk uit te zien. O, we hadden er zin in! Voor het slapengaan legde ik mijn kitscherige exemplaar in het zicht. Lachend viel ik in slaap.

 

De volgende ochtend sprong ik meteen onder de douche en kleedde mij zo snel mogelijk aan. De trui was niet alleen verschrikkelijk, hij zat ook voor geen meter. Ik zag er serieus belachelijk uit. Mijn vriend staarde mij verbaasd aan:’ Mir? Ga jij zó naar de winkel?’ ‘Ikke wel.’ Inderdaad. ‘Ik,’ zei de Gek ‘wel.’

 

Want toen ik even later de winkel binnenliep, begonnen mijn collega’s keurig gekleed in kerstjurkjes keihard te lachen. ‘Mir??? Dacht jij dat we het méénden???’ De rest van de dag voelde ik me een énorme oliebol.

 

 

Miriam Mars kreeg de liefde voor mode met de paplepel ingegoten. Als een van de eersten liep ze in petticoat en houtje-touwtjejas.

Fotografie: Esmee Franken, visagie: Linda van Iperen, haarstylist: Mandy Huijs