Waar is de ombudsman als je hem nodig hebt?

 

Minister Dekker (voor Rechtsbescherming) ontving onlangs een brief van de ombudsman. Een klaagbrief natuurlijk.

 

Nou krijgt minister Dekker eigenlijk nooit een compliment – op welk departement ze hem ook neerzetten – dus daar schrok hij niet zo van. Bovendien weet je al een klein beetje waar je aan toe bent als je post krijgt van een ombudsman. Ja toch, niet dan?

 

Maar deze klacht verbaasde mij ook! Het was namelijk een brief namens de gedetineerden van ons land en ging over de gevangeniswinkels.

 

Nou realiseer ik me dat je ook weleens “per ongeluk” in de bak kunt belanden, maar laten we er voor het gemak even van uitgaan dat de meeste mensen die daar zitten ook wisten dat ze daar zouden kúnnen komen te zitten. Dus dan zou ik (denk ik) blij zijn dat ik überhaupt nog naar een winkel kán! Even wat anders dan, zeg maar.

 

En tegelijkertijd realiseer ik me (terwijl ik dat tik) dat ík kan kiezen naar wélke winkel ik ga.

 

Oké… Heb ik toch net iets meer vrijheid dus!

 

Maar als ik de klacht lees, dan vraag ik me echt af of het nou zo veel verschil maakt dat ik kan kiezen. De klacht ging namelijk over bedorven fruit, het (niet) juist leveren van producten en de prijzen die te hoog waren

 

Ja? Dus?

 

Er zijn lege schappen in gevangeniswinkels, omdat het aanbod veel minder groot lijkt dan in 2018, schrijft de ombudsman aan de minister. En die problemen lijken inmiddels behoorlijk structureel. En dat vindt de ombudsman niet acceptabel, omdat de gedetineerden geheel afhankelijk zijn van de overheid.

 

Nou jongens (en meisjes) ik heb een verrassing voor jullie! Als je straks weer “buiten” mag winkelen, zul je merken dat er geen enkel verschil is. Leuk, hè?

 

Ik word hier buiten namelijk ook voortdurend geconfronteerd met lege schappen. En niet alleen in hamstertijd, maar ook in de tijd dat mijn supermarkt in onderhandeling is met wéér een andere leverancier. Het wemelt van de “vrije” schappen dus ook steeds van de bordjes met excuses voor het ongemak. Dit product is dan tijdelijk niet leverbaar en ze hopen dat het snel weer in de winkel zal liggen.

 

En echt hoor, als het dan toch weer te krijgen is, dan is het nooit goedkoper geworden! De onderhandelingen zijn dus jammerlijk mislukt. En het product wordt dan wel weer mondjesmaat geleverd, maar Truus van de hoek – die altijd net even eerder boodschappen doet dan ik – raust dan meteen de hele voorraad weer mee.

 

Het lijkt wel een inbraak, als zij net is geweest. Alles ligt ondersteboven, of is verdwenen.

 
Maar ja… zij zit thuis natuurlijk ook met lege planken. En omdat er van alle producten nog maar een stuk of zes exemplaren in de schappen passen – om zo óók nog aan de keuzemogelijkheden van 366 varianten te voldoen – is de nieuwe voorraad altijd weer heel snel op. Het excuses-voor-het-ongemak-bordje is dan wel weggehaald – dus ik weet dat het product er wel weer zou kúnnen staan of liggen – maar toch… helaas (geen) pindakaas.

 

En waar is dan de ombudsman als je hem nodig hebt??

 

De prijzen stijgen, de producten uit de wekelijkse aanbiedingenfolder zijn helaas (weer) niet geleverd, en als je de bon een keer nakijkt, blijkt drie van de tien keer ook nog eens dat de kortingen van die week niet (of verkeerd) zijn ingevoerd in het systeem. Zucht.

 

Dus niet getreurd daar in die penitentiaire supermarkten, lieve jongens en meisjes! Voel je verbonden met ons in de buitenwereld, en zie het maar gewoon als voorbereiding op “straks”.

 

Want dan heb je nog veel meer keuze in de producten die er niet zijn, of die te duur zijn.

 

Fijn vooruitzicht, hè?

 

Die is er niet!

 

Door: Tineke

Tineke is schrijfster van de boeken “Toch?” en “Stof Genoeg” en ze blogt ook zo nu en dan. Ze woont op het platteland met één (leuke) man, twee (lieve) kinderen, drie (onbespeelde) muziekinstrumenten, vier (wisselende) mantelzorgprojecten, een (bijna) vijfde boek, haar zesde (luie) kat, en (dus) ongeveer zeven muizen.

Afbeelding van Tineke