Mission impossible

 

Miriam gaat op zoek naar laarzen. Lange, zwarte laarzen. Want die drie paar motorlaarsjes van vorige jaar, tja, die zijn het nét niet.

 

Ja. Ik ben eruit. Ik wil van die lange zwarte laarzen die over mijn knieën vallen. Leuk onder een klokkende rok. Leuk onder een grof gebreid wollen jurkje, én hartstikke hip met een donkere jeans met daarop een van die veel te grote lekkere,  warme truien van mijn meneer. Die drie paar zwarte motorlaarsjes van vorig jaar kunnen gewoon blijven.

 

Toen ik vorig jaar joelend met dat derde paar thuiskwam, kreeg ik de vraag naar mijn hoofd geslingerd waarom ik in vrédesnaam blij was met alwéér dezelfde laarzen?? Mannen. Ze zien gewoon écht niet in dat dat éne riempje op je wreef, of de kleur van de zool, het verschil maakt. Ze mogen blijven dit jaar. Alle drie de paren. Mijn korte groene cowboylaarsjes, klein twijfelgevalletje. Het is die kleur die het nét niet is. Iets te groen. Iets te blij. Uit voorzorg zet ik ze maar een beetje uit het zicht. Net als al die andere lange laarzen die ik in de loop der jaren verzameld heb.

 

Die zwarte enkellaarsjes met stilettohakken moeten even naar de schoenenmaker voor een opknapbeurt. Volgens mij hebben stedenbouwers en planologen, landelijk, nee, wereldwijd, een geheim vrouwonvriendelijk genootschap. Een soort van vrijmetselarijclubje met een schoenmakerdynastie aan het hoofd. ‘Hoezo, de binnenstad asfalteren?  Nee, joh. Gooi er vooral pietepeuterige kleine keitjes in met gleufjes van anderhalve centimeter. Trekken al die vrouwen hun hakken aan gort. Lachen, man.’

 

Mannen. Ze zien gewoon écht niet in dat dat éne riempje of de kleur van de zool het verschil maakt
 

Lange zwarte laarzen dus. Nou lijkt dat dus makkelijk. Maar niet met mijn lengte. Niet als wanneer je net als ik één meter twee én tachtig bent, én heel slanke benen hebt. Die lange overknee laarzen vallen bij mij meestal tot áán de knie. En als ze dan al lang genoeg zijn, dan zijn ze vrijwel altijd te wijd. Niets zo oncharmant als een lange, slanke vrouw die om de twee meter heel ongegeneerd haar laarzen omhoog aan het hijsen is. Lange zwarte laarzen. Met hakken of plat? Ik neig naar hakken. Staat supervrouwelijk, en ach, met mijn lengte werpt iedereen onmiddellijk een blik op mijn voeten, ‘Is ze nou zo lang omdat ze hakken draagt? Of is dit haar natuurlijke staat van zijn?’ Hmm. Toch maar zonder hak. Ik ben afgelopen zomer on high heels iets te vaak klunend lang terrassen geschreden terwijl ik vrouwen hoorde zeggen: ‘En ze is al zó lang….’ Mannen doet dat niet. Die werpen alleen een bewonderende blik toe of kijken me aan of ze water zien branden.

 

In winkel nummer drie is het raak. Lange zwarte laarzen, zonder hak, met, hoera, een veter bovenaan waarmee ik het afzakmoment tot nul kan reduceren. Bij thuiskomst vlieg ik mijn inloopkast in. Hop hop. Alles uit. Outfitjes voor bij mijn laarzen zoeken. Waar is nou toch die ene gave rok van vorig jaar? Ik open 33n van mijn vele dozen en staar verschrikt naar de inhoud. Bovenop ligt een paar lange zwarte overknee laarzen. Zonder hakken. Met een vetertje aan de bovenkant. Chips. Dat is waar ook. Gekocht in de uitverkoop op een snikhete dag ergens in april.