‘Mijn man weet niet dat ik van zijn affaire weet’

 

Jeanine is al lang samen met Rocco, met wie ze drie kinderen heeft. Een slecht huwelijk hebben ze nooit gehad, wat Jeanine betreft.

 

 

Toch heeft haar man het buiten de deur gezocht, maar hij weet niet dat Jeanine daar al lang geleden achter is gekomen.

 

‘We houden allebei zielsveel van onze drie kinderen. Ik denk eigenlijk dat dat het belangrijkste is wat ons nog bindt, onze gedeelde liefde voor hen. Misschien is het voor hem nog wel het enige. Zelf ben ik helemaal niet ontevreden over onze relatie en ons huwelijk. Natuurlijk is het niet meer zo sprankelend als toen we jong waren, maar dat is toch logisch?

 

Tsja, dat ook ons seksleven er niet beter op is geworden… Dat had ik van tevoren al ingecalculeerd. Achteraf denk ik dat we er waarschijnlijk te weinig over hebben gepraat. Mijn libido is altijd een stuk minder geweest dan dat van hem, en als persoon ben ik ook niet echt aanrakerig. Sterker nog, ik denk dat mijn omgeving me eerder zou omschrijven als afstandelijk. Niet dat ik een ijskonijn ben hoor, helemaal niet, ik ben gewoon niet zo’n knuffelaar.

 

Dat ik Rocco daar langzaam maar zeker mee heb buitengesloten, daar kom ik nu achter. Had hij dat eerder moeten zeggen tegen me? Ja, natuurlijk! Maar inmiddels zijn we meer dan twintig jaar samen, is een van de drie kinderen al uit huis, zijn onze levens totaal met elkaar verweven, maar is het qua communicatie nooit echt goed geweest. Mijn eerste gedachte toen ik achter zijn geheim kwam was dan ook: ‘Dit ga ik hem nooit vertellen.’

 

Het was, of is, het cliché der clichés. Ineens veel overwerken, ineens werktripjes, ineens borrels die tot wel heel laat duurden… En om het nog erger te maken heeft hij een affaire met een collega. Dat hij daar vatbaar voor zou zijn had ik echt niet verwacht. Hij zet er zoveel mee op het spel. Zij heeft ook een man en een gezin, die — volgens mij — van niets weten.

 

De argwaan begon bij mij toen het thuiswerken begon, vorig jaar maart. Hij werd chagrijniger, prikkelbaar en energieloos. Zo kende ik hem helemaal niet. Ik weet het eerst aan het feit dat hij ineens thuis zat met mij en de twee thuiswonende kinderen de hele dag om zich heen, maar zijn buien duurden wel heel lang en werden steeds heftiger. Ik vind het heel belangrijk dat we ons aan alle maatregelen houden en was het er dan ook niet mee eens als hij alsnog met collega’s ging borrelen. Blijkt nu natuurlijk dat hij dus gewoon naar haar toe wilde.

 

Toen hij op een dag bij zijn ouders op de koffie was, had ik zijn laptop nodig. Ik ging niet mee vanwege een werkvergadering via Zoom en mijn computer hield ermee op, dus ik pakte die van hem. Geen probleem, dacht ik. Totdat ik zag dat zijn WhatsApp op zijn laptop openstond, van zijn werktelefoon — die hij thuis had laten liggen. Daar stond het, ik kon er niet omheen, en als een bezetene heb ik tijdens de vergadering alle appjes doorgelezen.

 

Daarna ben ik gelijk op de automatische piloot gegaan. Ik weet zelfs zeker dat hij niet eens iets doorhad toen hij thuiskwam. En nog steeds doe ik alsof ik van niets weet. Maar waarom? Dat begrijp ik zelf niet eens. Ik zou woest moeten zijn, en gigantisch verdrietig. Maar ik voel helemaal niets. Dat kan toch ook niet goed zijn?’