‘Mijn kleinzoon beweert dat ik hem geslagen heb’

 

Alex, de kleinzoon van Marise, logeert in de vakantie altijd een paar dagen bij haar thuis. Maar opeens wil hij niet meer komen en wordt ze beschuldigd van iets verschrikkelijks.

 

 

 

‘Sprakeloos leg ik mijn telefoon terug in mijn tas die op het aanrecht staat. Ik heb net boodschappen gedaan en mijn aanrecht ligt vol met spullen. Alex, mijn kleinzoon van elf, komt logeren, dat doet hij iedere vakantie als mijn zoon en schoondochter een paar dagen geen buitenschoolse opvang hebben. Maar mijn schoondochter belde net om te vertellen dat hij vanmiddag niet komt. Omdat ik hem geslagen zou hebben.

 

Onbegrip, verdriet en woede buitelen over elkaar heen en haar woorden dreunen maar door mijn hoofd. Alex heeft tegen mijn schoondochter gezegd dat hij echt niet naar me toe wil omdat ik hem laatst een klap heb gegeven. En wat het in haar ogen allemaal nog erger maakte was dat ik dat niet tegen haar gezegd heb, maar dat ze het van Alex heeft moeten horen. Voorlopig houdt ze Alex liever thuis en zoekt ze wel een andere manier om hem op te vangen.

 

Ik zit me rot te peinzen waar ze het toch over heeft. Hoe komt ze erbij dat ik Alex geslagen zou hebben? Hij heeft weleens zijn buien, is dan heel druk en luistert slecht. Mijn schoondochter denkt dat hij adhd heeft maar volgens mij komt het omdat hij het veel te druk heeft met school, sportclubjes, muziekles en wat hij allemaal nog verder moet van zijn ouders. Als hij hier logeert is het ook voor mij best een klus om hem rustig te houden. Vaak gaat de eerste beker limonade al om als hij nog geen uur binnen is en heb ik grote moeite om hem na zijn schermtijd van de Playstation te halen.

 

En dan opeens realiseer ik me waar de beschuldiging van Alex vandaan komt. Toen hij hier laatst een middag was regende het de hele dag waardoor we niet even lekker naar buiten konden. Hij was al boos omdat het hem niet lukte om met Lego iets te maken en hij had ook geen zijn om te sjoelen en bleef maar zeuren dat hij wilde gamen. Omdat ik zei dat het niet mocht werd Alex steeds brutaler en zat hij me echt uit te dagen. Ik ben op een gegeven moment maar even naar boven gelopen om de was op te hangen, want zijn gedrag irriteerde me behoorlijk. Maar toen ik beneden kwam had hij toch zijn spelcomputer gepakt en lag hij languit op de bank te gamen. Boos trok ik de spelcomputer uit zijn handen en toen hij daarop ‘au’ riep, zei ik dat hij zich niet zo aan moest stellen. Dat ik zijn gedrag en zijn grote mond echt helemaal niet leuk vond. Ik was bijna blij toen mijn zoon hem kwam halen.

 

Als ik mijn schoondochter dan meteen terugbel om te vertellen wat er werkelijk gebeurd is, reageert ze uiterst koeltjes. Alex houdt vol dat ik hem heb geslagen en volgens haar heeft mijn zoon ook weleens gezegd dat ik hem vroeger ook af en toe een harde tik op zijn vingers gaf als hij iets deed wat niet mocht. Ze is erg geschrokken van de reactie van Alex want ze vindt dat ik ouder en wijzer had moeten zijn en het met woorden op had moeten lossen. Bovendien vindt ze het nog veel vervelender dat ik haar niet verteld heb wat er de laatste keer bij mij thuis gebeurd is toen ik op mijn kleinzoon paste. Dat doet het vertrouwen geen goed, zei ze ook nog.

Voor de tweede keer ben ik sprakeloos. Welk vertrouwen? En dat ik mijn zoon vroeger geslagen zou hebben is helemaal niet waar. Ik heb hem toen hij nog klein was misschien hooguit drie keer een tik op zijn vingers gegeven. Deze reactie van mijn schoondochter slaat kant noch wal en doet me enorm veel verdriet. Ik vind het afschuwelijk dat ik door een jongetje van elf beschuldigd word van iets verschrikkelijks dat ik nooit zou doen en waar ik me met geen mogelijkheid tegen kan verdedigen. Want het is blijkbaar zijn woord tegen het mijne.’