Een foto van jezelf… ‘t idee!

 

Lisette: Er is een heleboel veranderd vergeleken met de tijd dat ik jong was, de jaren zestig. Maar één ding is hetzelfde gebleven: erbij willen horen.

 

Of ik foto’s had van mezelf als hippie, rond mijn twintigste. Want die konden dan leuk bij een artikel dat ik had geschreven over die tijd – de Summer of love, 1968 en hoe het was om toen jong te zijn.

 

Nu had ik mijn fotoalbums een paar jaar geleden opgeruimd, maar zo goed dat ik ze niet meer kon vinden. Het leek me uitgesloten dat ik ze had weggegooid, maar ik had al drie keer gezocht in diepe kasten en op zolder, en ze waren spoorloos.

 

Nog maar een keer de zolder op. En ineens vond ik in een vergeten hoek een paar van die grote dikke albums met dunne folie tussen de bladen. Hoera! Alles teruggevonden. Ik dook erin, op zoek naar flatterende foto’s van mezelf in hippiekleren, met lange haren en lange rokken, bungelende oorbellen, rinkelende armbanden. Want zo zag ik eruit in die tijd, zo zagen we er allemaal uit. Ik naaide nog zelf: bonte strokenrokken, zigeunerstijl, tot de grond, rokken met diagonale stroken, die vielen zo mooi. En hessen met kleurige randen. Ik herinner me die kleren goed.

 

Maar wat bleek? Er waren geen foto’s van.

 

 

Zomaar een foto maken omdat je vond dat je er leuk uitzag, dat was ondenkbaar

 

En ineens drong tot me door hoe ontzettend anders alles was, toen. Want wij maakten geen foto’s! Ja, we maakten weleens foto’s, natuurlijk, vooral bij familiefeesten. Dan had je een rolletje van twaalf in je toestel zitten en je maakte drie of vier foto’s, meestal van hoofden. Na maanden was je rolletje vol en dan bracht je dat weg.

 

Zomaar een foto maken omdat je vond dat je er leuk uitzag in je nieuwe zelfgemaakte lange rok, dat was ondenkbaar. Fotograferen was duur. Selfies bestonden nog niet dus als ik een foto van mezelf had gewild, had ik erom moeten vragen aan een vriend of vriendin. En dat was uitgesloten. Vragen om een foto, dat zou zijn alsof ik het zelf speciaal vond wat ik aanhad. Terwijl ik me in alle bochten wrong om uit te stralen dat het voor mij gewoon en vanzelfsprekend was hoe ik eruitzag.

Juist om er beter bij te horen.

 

Vreemd hè? Vergeleken met nu. Nu wil iedereen in zijn eentje zo bijzonder mogelijk zijn. Daar ben ik het mee eens: we zijn allemaal bijzonder en speciaal.

Maar het is ook wel een hele opgave. Het is maar goed dat ik die nog niet had, in mijn jonge jaren, toen ik toch al zo onzeker was.

 

 

Lisette Thooft noemt zichzelf ‘lijf- en schrijfcoach’. Ze schrijft al jaren voor vrouwenbladen en spirituele tijdschriften en is auteur van 17 boeken over persoonlijke ontwikkeling. Daarnaast is ze singer-songwriter, in opleiding tot rebalancer, moeder en grootmoeder.
www.lisettethooft.nl