Je zult Astrid
maar zijn…

 

De zus van ’s lands bekendste crimineel Willem Holleeder.
Vandaag start de strafzaak.

 

Hij wordt in deze zaak vervolgd voor de betrokkenheid bij zes liquidaties tussen 2002 en 2006. Maar er zijn weinig harde feiten boven tafel, dus het belooft een lange zaak te worden. Inmiddels zit hij al ruim 3 jaar vast in de zwaarbeveiligde gevangenis in Vught. Er zitten een half miljoen pagina’s in zijn dossier bij het Openbaar Ministerie. 

 

Zijn zus Astrid (51) schreef twee boeken over hoe haar leven echt is, als zus van Willem. Ze vertelt dat ze ontevreden is over hoe justitie haar veiligheid waarborgt. Haar laatste boek, ‘Dagboek van een getuige’, schreef ze net als haar eerste boek ook in het geheim. Ruim een jaar geleden schreef ze ‘Judas’. Daarin legt ze uit hoe het is om tegen haar broer te getuigen, in haar vervolg gaat ze in op de zware consequenties die dat met zich mee heeft gebracht. Ze vertelt hoe het is om noodgedwongen te moeten onderduiken en hoe het is om geen normaal leven meer te kunnen hebben. De angst is er altijd. 

 

Hoe is vandaag voor Astrid, deze week, nu de zaak tegen Willem begint? In ieder geval laat de politie al weten dat de zussen Sonja en Astrid en ex-vriendin Sandra beter beveiligd worden. Dat is wellicht een klein lichtpuntje. Het moeilijke is dat er relatief weinig bewijs is tegen Willem dat hem levenslang kan geven. Belangrijk voor het OM zijn de gesprekken die Astrid Holleeder stiekem opnam bij haar broer. 

 

Astrid over haar succes met haar boeken: “Met status of aanzien heb ik helemaal niets. Ik ben wel vereerd dat ik met Judas zoveel lezers heb bereikt, vooral omdat die lezers mij mijn vrijheid een beetje hebben teruggegeven. Maar een schrijver voel ik me nog altijd niet. Ik schrijf mijn verhaal op, zo goed als ik kan. Zo zie ik het. En echt: ik was al blij geweest als 1000 mensen het hadden gelezen. Het zijn er veel meer geworden.” Van Judas zijn er inmiddels meer dan een half miljoen exemplaren verkocht, haar tweede boek ligt sinds het einde van vorig jaar in de winkels.

 

 

Dit zijn de dingen die ons het meest geraakt hebben uit het laatste boek van Astrid, ‘Dagboek van een getuige’, over het zijn van de zus van ‘De Neus’:

 

  • Hier sta je als lezer niet zo goed bij stil. Van boodschappen doen tot een dagje naar het strand met de kinderen: niets is zonder risico.
  • Ze heeft afscheid moeten nemen van een leven waarin ze gewoon kon werken en kon functioneren. En dat terwijl ze advocaat was.
  • Een stukje uit het boek: ‘Sorry Kars, dat ik huil, maar het is best wel heftig voor me zo geconfronteerd worden met mijn oude leven.’ ‘Ik begrijp het,’ zegt Kars. ‘Je hebt heel veel moeten opgeven.’ ‘Best wel,’ snik ik. Ik neem afscheid van Kars en loop terug naar mijn huidige leven, dat niet lang geleden maar een klein stukje van mijn leven was. ‘Leuk hè, om Kars even te zien,’ zegt Sonja. ‘Nee. Dat is helemaal niet leuk.’ Ik had Kars en Stella, en Menno en Bianca, en Ilona en Pieter, en al mijn collega’s en mijn basketbalvriendinnen. Sonja’s wereld was sinds de dood van Cor al grotendeels leeg. Die leegte vult ze nu met mij, maar mijn leegte blijft leeg.
  • Astrid is zelf moeder en probeert het beste te doen voor haar kinderen en kleinkinderen. Hoe moeilijk moet het zijn om dit allemaal aan haar kroost uit te leggen.
  • Willem zit vast terwijl ze dit boek schreef, maar in Astrids hoofd zit hij elke dag. Ze leeft constant in onzekerheid. Wie weet staat er opeens een van zijn foute vrienden bij haar op de stoep.
  • Door het schrijven van haar boeken had ze weer een doel in haar leven. En weer meer financiële zekerheid. Haar enige houvast.
  • “Ik kon het haast niet geloven, maar taal was in alle opzichten mijn redding. Vroeger en nu”.
  • In een interview met het Parool zegt ze over het boek: “Vergeet niet: ik leef nog altijd op een geheime plek tussen vier muren. Ik kom ook weleens buiten en doe ook soms zelf wat boodschappen, maar nooit zonder het gevoel te hebben dat ik elk moment kan worden neergeknald – iets wat ook zeker een keer gaat gebeuren, alleen weet niemand wanneer.”

 

 

Door redactie Franska.nl

Beeld: AD