Knisperende croissants, baguettes met een lekkere korst, taartjes die iets zoets met een tegenhanger hebben, iets knapperigs en of romigs, het zijn allemaal kenmerken van kwaliteit. En die staat altijd bovenaan. Daarvoor is vakmanschap en kennis nodig, want al heb je nog zulke mooie ingrediënten, als je ze verkeerd bereidt of combineert gaat het alsnog mis. Mondgevoel is belangrijk. Daar wordt nog wel eens lacherig over gedaan, maar als de structuur van iets korrelig is, vettig of glibberig, dan valt de smaak weg.
Ik noemde al geur die een rol speelt bij proeven, denk maar eens aan die wijn die je meeneemt uit je vakantieland. Thuis smaakt hij anders. Dat heeft voor een groot deel te maken met de omgeving die anders ruikt, een andere vochtigheid heeft of een andere omgevingstemperatuur. Uiteraard speelt uiterlijk ook mee bij het beoordelen of iets lekker is of niet. Dat wekt verwachting: iets wat er mooi uitziet zullen we eerder bestempelen als lekker dan andersom.
Kleur kan daarbij bevestigend of juist verwarrend werken. Er worden regelmatig proeven gehouden. Bij een groene of gele kleur verwachten we een minder zoete smaak dan bij rood. En als we die kleuren door elkaar gooien raken we verward. Er zijn tests met drank bijvoorbeeld, waar bessenjenever geen kleur heeft en niemand thuis kan brengen wat hij proeft. En je zult ‘t misschien niet verwachten, maar het meest onderschatte zintuig bij proeven is misschien wel geluid. Er ooit over nagedacht dat er alles aan gedaan wordt om bijvoorbeeld chips ook extra knapperig te laten klinken? En wist je dat een van de redenen waarom eten in een vliegtuig niet lekker is niet zozeer de hoogte is of de slechte kwaliteit van de catering, maar dat het te maken heeft met het geluid van de motoren? Die leiden zo af dat onze zintuigen er onder te lijden hebben.
Denk er maar eens over na. Alles is lekkerder als je met al je zintuigen proeft. Dus nooit meer iets gedachteloos naar binnen proppen hè?