Janny leerde haar vriendin in een Blijf-van-mijn-lijfhuis kennen

 

‘We wisten alles van elkaar, dacht ik. Behalve dit. Dit was te erg.’

 

 

‘We leerden elkaar ruim tien jaar geleden kennen in een Blijf-van-mijn-lijfhuis. Allebei nog twintigers. Allebei zwaar beschadigd en zwaar mishandeld. Allebei gedesillusioneerd en alleen op de wereld. De geijkte Blijf-van-mijn-lijfhuisklant noemden we dat wel eens spottend. Want als er nog ergens een plek in je eigen omgeving is waar je veilig kunt zijn, dan kom je hier niet terecht.

 

We spraken veel over wat ons was overkomen. De losse handjes van onze exen. De schaamte voor de blauwe plekken. De leugens die niemand geloofde. De angst voordat hij thuiskwam als het later op de avond was. De drankadem die je al van verre rook. De beloftes dat het nu echt de laatste keer was geweest. De spijt en de wil om daarin te geloven omdat je ondanks alles nog steeds kunt houden van een man die je een paar dagen daarvoor nog finaal in elkaar getimmerd heeft. Het was fijn om elkaars gevoelsleven en elkaars levens te delen. Begrip bij elkaar te vinden. Daarbij konden we het heel erg goed vinden. Zo goed dat we wel zussen leken, zeiden we altijd tegen elkaar.

 

Allebei deden we aangifte. Mijn ex werd veroordeeld en kreeg een contactverbod. Haar ex was onder de pannen bij een andere vrouw, dus die had een andere boksbal. Toch leek het ons beter om een andere stad op te zoeken. Dat deden we samen. We huurden samen een appartement, vonden allebei weer een baan en bouwden samen, stap voor stap en steen voor steen, ons leven weer op. Onze vriendschap was voor altijd. Dat is ie nog steeds. Niets kan tussen ons komen, daarvoor hebben we te veel samen meegemaakt en samen gedeeld.

 

Alles gedeeld, behalve dit, bleek nog niet zo lang geleden. Dit was zo vreselijk pijnlijk voor mijn vriendin dat het haar in al die jaren nooit was gelukt om mij, of wie dan ook, erover in vertrouwen te nemen. Het verhaal kwam naar boven toen we na een paar wijntjes zaten te fantaseren over de ideale man in ons leven en dat we nog niet te oud zijn om aan kinderen te beginnen – wat we allebei graag willen. Out of the blue barstte ze in snikken uit. Want ze was ooit zwanger geweest – van hem. Maar de lafbek had haar in haar buik getrapt en van de trap gegooid toen ze zeven maanden onderweg was. De baby had het niet overleefd en in het ziekenhuis had hij er nota bene voor weten te zorgen dat ze haar dochtertje niet eens had mogen zien. Het verdriet daarover blijft ondraaglijk en onverteerbaar en slijt nooit, zegt ze. Al heeft het haar uiteindelijk wel een beetje opgelucht om het eindelijk uit te spreken – iets wat ze destijds niet durfde want wie zou haar nou geloofd hebben?

 

Een zaak als deze verjaart niet. Ik heb haar aangemoedigd, erop aangedrongen zelfs, om alsnog aangifte te doen. Ook al is het maar om deze man toch nog eens te confronteren met zijn gruweldaden. Mijn vriendin is inmiddels zover dat ze over een advocaat nadenkt. Maar ik ben aan het twijfelen geslagen. Het kan ook zijn dat ze er helemaal niets mee bereikt en dat alle ellende weer van voren af aan begint.’

 

Janny’s naam is vanwege privacy gefingeerd. Haar echte naam is bekend bij de redactie.

 

Moet jou ook iets van het hart en wil je dat (anoniem) met ons delen? Stuur dan een mail naar info@franska.nl onder vermelding van ‘Dit moet ik even kwijt’.