‘Ik wil mijn zoon niet helpen om een huis te financieren’

 

Vandaag is het Moederdag maar de zoon van Gemma laat tot haar grote verdriet niets van zich horen. En dat heeft allemaal met geld te maken.

 

 

 

‘Hoewel ik heus wel wist dat mijn zoon Joost niets van zich zou laten horen hoopte ik tegen beter weten in dat er wel een kaartje op de mat zou liggen. Of dat er misschien toch een appje zou komen. Ik mis m’n zoon verschrikkelijk maar ik ben ook nog steeds heel erg teleurgesteld in zijn gedrag. En dat heeft allemaal met geld te maken.

 

Geld dat ik een jaar geleden door een erfenis in mijn schoot geworpen kreeg. Mijn vader overleed en mijn zus en ik moesten zijn huis verkopen dat hij samen met onze moeder in de jaren zeventig had gekocht. De overwaarde was inmiddels behoorlijk dus mijn zus en ik kregen allebei zomaar een flink geldbedrag op onze rekening gestort. Dat bedrag kan het gemis van onze ouders niet goedmaken, maar het lost wel een groot probleem op dat ik sinds mijn scheiding heb.

 

Want ik was totaal niet financieel onafhankelijk toen mijn man en ik uit elkaar gingen. Omdat we op huwelijkse voorwaarden getrouwd waren moest ik echt jarenlang de eindjes aan elkaar knopen terwijl hij genoot van zijn riante salaris. Maar vanwege die erfenis is mijn financiële toekomst een stuk zonniger. Met name mijn pensioen is nu geregeld en ik hoef straks niet alleen van mijn AOW en een klein stukje partnerpensioen te leven. Dan kan ik ook gewoon eens op vakantie en nieuwe kleren kopen als ik daar zin in heb. Voor nu betekent het dat ik geen betalingsachterstanden meer heb en af en toe naar de kapper kan. Ik heb er ook een auto van gekocht, een tweedehandsje. Maar dat is een luxe die ik me nu wel wilde veroorloven zodat ik niet meer alles op de fiets hoef te doen.

 

Ik had alleen nooit gedacht dat het geld een wig zou drijven tussen Joost en mij. Toen hij nog bij me woonde probeerde ik hem alles te geven wat hij nodig had. Ook al betekende dat dat ik daarom soms echt de broekriem aan moest halen. Maar hij kreeg gewoon een paar mooie sneakers voor zijn verjaardag en als het kon kocht ik een merkbroek zoals zijn klasgenoten ook droegen. Hij kwam dus niks tekort van mijn kant.

 

Joost maakte zijn opleiding af en vond meteen een baan waarmee hij een prima salaris verdient, alleen is het te laag om een appartementje voor zichzelf te kunnen kopen. Om een huis te kunnen bemachtigen op deze oververhitte woningmarkt is hij al flink aan het sparen, maar door zijn studieschuld is het bedrag dat hij aan hypotheek kan lenen nog lager. En omdat hij overal moet overbieden zal hij het bedrag dat boven de taxatiewaarde uitkomt ook zelf moeten betalen, plus de kosten koper. Nu heeft zijn vader aangeboden om een deel van die kosten voor zijn rekening te nemen en nou had mijn ex bedacht dat als ik nou het andere deel betaal van mijn erfenis, dat Joost dan eindelijk zijn eigen huisje zou kunnen kopen. Joost vond dat een fantastisch idee en ging er eigenlijk min of meer van uit dat ik hem wel zou helpen.

 

Maar zo eenvoudig is het niet. Dat geld zal ik straks hard nodig hebben om nog een acceptabel pensioen te hebben. Want ook al moet ik blijven werken tot ik 67 jaar oud ben, er zal wel een baan voor mij moeten zijn om dat geld te kunnen verdienen. Anders blijft er een uitkering over en moet ik weer op een houtje bijten. Helaas zag Joost niet in waarom ik niet van plan was om een forse bijdrage te leveren aan zijn eigen woning en was hij heel erg boos en teleurgesteld. Ik had toch zeker al een huis, weliswaar een huurappartementje, maar ik hoefde geen keuken en badkamer met anderen te delen. Hij was het inmiddels spuugzat om met zijn 26 jaar nog steeds op kamers te zitten en ik kon hem helpen aan een eigen plek.

 

Ik was perplex toen hij dat zei. Hij vergeleek mijn situatie, die van zijn moeder, met die van hemzelf? Hij heeft zijn hele leven nog voor zich en als hij hard blijft werken zal er ongetwijfeld ooit een eigen woning komen. Ik heb nog maar een paar jaar om een spaarpotje op te bouwen en de erfenis van mijn ouders zal ik daarbij hard nodig hebben. Voor nu is het even niet anders en zal hij zich aan moeten passen aan de situatie zoals hij is. En als hij dat niet begrijpt, dan heb ik iets niet goed gedaan in zijn opvoeding.’