Ik heb het al 100 keer gedaan en het blijft ENG!

marianne

 

Vroeger bij ons thuis wasten we de auto altijd zelf.

 

 

 

 

Dan werd een emmertje water gevuld, een beetje sop, een sponsje erbij en GO! Niks hippe tuinslangen met zachte borstels eraan, het was gewoon de noeste arbeid met de hand.

 

Zo stond ik mijn eerste autootje toen ik het net had dus ook braaf met de hand te wassen. Tot mijn partner een keer zei: ‘Waarom ga je niet gewoon door de wasstraat, dat gaat toch véél sneller?’ Ja uhhh, zo doen wij dat nu eenmaal, niks geen wasstraat.

 

Toch ging ik, om van het gezeur af te zijn, wél een keer naar de wasstraat

Ik wist niet wat me overkwam. Mijn hoogbejaarde Pandaatje was niet alleen tien keer sneller schoon, hij was ook nog tien keer schoner! Na verloop van tijd werd ik een echte carwash-pro. Ondanks dat mijn karretje al wat ouder was, zorgde ik er goed voor. Regelmatig crosste ik door de wasstraat.

 

Toen ging ik met man, hond, cavia’s én een volgeladen Panda verhuizen naar Berkel en Rodenrijs. En wat ze daar hadden, dat was echt de droom van elke carwash-lady. Een geheel automatische wasstraat. Nu heb je dat op veel meer plekken, maar toen, veertien jaar geleden, was dat echt vet hip.

 

Dus draaide ik de wasstraat in en… help!!

Ik moest mijn Pandabanden in een elektrische, draaiende rails zien te krijgen. Een jonge gast stond naast de rails heel relaxed met zijn hand te wuiven. Kom maar, kom maar, stukkie naar links, nee ho rechts, ja links…

 

Ik daarentegen was helemáál niet relaxed. Wat als ik mijn band naar de gallemiezen rijd? Wat als ik klem kom te zitten? Wat als ik überhaupt die rails niet in kom? Het zweet brak me uit. Uiteindelijk lukte het me natuurlijk en werd mijn Panda zo schoon dat ik mijn make-up in de lak kon checken, maar wat was dat inrij-moment eng!

 

Alles went, zou je zeggen. Behalve dit.

Inmiddels zijn we veertien jaar en heel veel wasbeurten verder. De Panda is allang ingeruild. Ik ben een volwassen bestuurder en wasstraat-mevrouw. Maar serieus: élke keer als ik die wasstraat inrijd en dat elektrische spoor zie met zo’n altijd véél te ontspannen dude ernaast, krijg ik acuut de zenuwen.

 

Niet dat het ooit mis is gegaan, maar ik blijf het spannend vinden. Bij de wasstraat waar ik nu zit is het zelfs nog erger geworden, omdat je eerst onder een soort tunnel met witte spray doorrijdt. Je hele voorruit is dus ook nog eens bedekt met een dikke laag schuim.

 

Ik ben overduidelijk niet de enige die hier last van heeft

Laatst stond een vrouw voor me in de rij met een busje. Ze stapte uit, gaf resoluut de sleutels aan zo’n relaxte knul en beende naar de koffiecorner. Mij niet bellen voor zo’n wasstraat-belevenis, leek ze te zeggen.

 

Oh, wat zag die koffiecorner er aantrekkelijk uit. Het liefst wilde ik ook mijn sleutels met een nonchalante boog naar een andere veel te ontspannen jongeman werpen. Toch deed ik het niet. Hup, je moet hier een keer doorheen. En plop, ik zat weer in de rails. Phew, weer overleefd.

 

 

Door: Marianne ter Mors