HET IS WEER OP HET RANDJE

 

 

Wieke is er klaar mee. Haar man heeft Kondo in zijn genen.

 

 

 

In onze badkamer bevindt zich boven het toilet een opstaand randje.  Man vroeg tien jaar geleden, tijdens de verbouwing, of ik daar een randje wilde. Tuurlijk. Handig, zo’n randje. Kun je van alles op zetten. Nageletui, shampoo, wc-rollen, enzovoort. ‘En dat,’ vond man, ‘ is niet de bedoeling.’ Wat was dán de bedoeling? Een léég opstaand randje was optisch beter, of speelser, weet ik veel. En zoals meestal dacht ik toen: gewoon ‘ja graag’ zeggen op het voorstel van het randje, dan zien we wel hoe het uitpakt. Ik zette er van alles op. Heel af en toe ging man de badkamer schoonmaken en dan was ik al mijn spullen kwijt. Die had hij in de badkamerkastjes gezet. Of, het irritantst op de ergernisschaal, hij verplaatste mijn haarwashanddoek naar een haakje, uit het zicht. Dat is zo’n handig ding, zie foto van Muts draagt muts. Je wikkelt voorzichtig je natte, poreuze haar (grijs haar wordt poreus, zeggen cosmetisch onderlegde droeftoeters) in die zachte handdoekmuts. Het meest ontregeld raak ik altijd van het zoeken naar die haarwashanddoek in mijn kleddernatte geboortepak

.

 

Edoch… zoals dat in een goed huwelijk gaat: ik verkaste de hele zooi weer naar het randje. Het was tenslotte al heel lang MIJN randje. Historisch zo gegroeid. Tot de volgende schoonmaakaanval van man. Alleen… hij doet het nu veel vaker dan vroeger. Gepensioneerd hè? Veel thuis. Altijd thuis eigenlijk. Nooit weg dus. Hij stort zich nu wekelijks op mijn randje. Tijd voor een goed gesprek: ‘Schat, ik ben al mijn spullen kwijt, die stonden op het randje. Jij enig idee waar ze zijn?’ Schat: ‘Jij hebt een idiote hoeveelheid spullen, en je gebruikt driekwart niet, dus veel kon gewoon weg.’ Ik: ‘WEG? Sinds wanneer beslis jij wat er weg kan, doe ik bij jou toch ook niet…’ Etcetera. Einde goed gesprek.

 

Hoe het nu is opgelost? Niet. Kwestie van wie de langste adem heeft. Ik zet alles wekelijks terug en hij haalt het weer weg. 

 

Maar zomaar weggooien, dat durft hij niet meer (zégt hij). Wat ik nu wel heel zeker weet: man is familie van haar van Kondo. Ergens in zijn familie heeft iemand ooit een doeltreffende scheve schaats gereden met een gestructureerd type uit het Japanse geslacht Kondo. Ik zou werkelijk géén andere oorzaak kunnen bedenken. Hij heeft het dus van een vreemde. Ik bel  een vriendin, om even te klagen. ‘Ik heb altijd al gevonden dat zijn ogen een beetje scheef stonden’, zegt ze. Dat kan, maar die ogen zien wel alles. Ook zaken waar ze niets mee te maken hebben. 

 

 

Door: Wieke Biesheuvel

Wieke Biesheuvel werkte en woonde zes jaar in Zambia, is nu voorgoed terug en probeert het Nederlandse leven weer onder de knie te krijgen. Waarbij ze beurtelings verbaasd, boos, dolgelukkig, verward of blij is.

Afbeelding van Wieke Biesheuvel